Opdracht ‘*#6’ | '...=beter'
Grafische ontwerpen zijn overal om ons heen, de diversiteit van deze ontwerpen lijkt te ontstaan in de wens een ‘eigen’ identiteit te willen nastreven. ‘Uniciteit’ en ‘signatuur’ lijken belangrijke definities in de ontwikkeling van een ontwerp, maar ook ‘referentie’ en ‘kopie’.
Wanneer je nadenkt over de opleiding die je doet en het veld waar je in terecht komt kom je al snel tot de conclusie dat een ontwerpopdracht niet alleen een economisch motief heeft maar ook een artistiek en een geëngageerd motief, een verantwoordelijkheid ten aanzien van de betekenis van de boodschap en de uitdrukkingsvorm. En tegelijkertijd is ieder ontwerp is een individuele uiting van een ontwerper, en die uiting op zijn beurt is onderdeel van de ontwikkeling van de ontwerper en zijn of haar ideeën.
Aan de andere kant van het ontwerp staat de opdrachtgever, die met zijn/haar vraag en briefing naar de ontwerper duidelijk maakt wat deze verwacht. Deze vraag kan verschillen van heel helder en afgesloten tot open en multi-interpretabel. In de dialoog met de opdrachtgever ontstaan nieuwe inzichten of verstarring, vaak is in het ontwerp zichtbaar of de dialoog met de opdrachtgever zorgde voor inzichten óf voor verstarde posities.
Kies een ontwerp wat je niet goed vindt (of niet vindt voldoen) en verbeter dit.
Omdat ieder ontwerp met een briefing begint begin je met het schrijven van een eigen briefing. Doe onderzoek naar zowel de opdrachtgever als de ontwerper(s). Analyseer het ontwerp en probeer er achter te komen of de wens van de opdrachtgever een letterlijke of een eigen vertaling heeft gekregen. En definieer daarna je briefing aan jezelf, waar dient de uiting voor, welke doelgroep, welke lokaties, welke betekenis, is er concurrentie, etc.?
Waaraan moet voor jouw een goed ontwerp aan voldoen?
Planning:
22/03
Opdracht.
29/03
Je hebt onderzoek gedaan naar mogelijke ontwerpen die jij voor verbetering vatbaar vindt. Zorg ervoor dat je niet alleen naar het ontwerp maar ook naar het onderwerp en de opdrachtgever kijkt! Je hebt een analyse van het bestaande ontwerp geschreven en hieruit voortvloeiend de briefing (minimaal 500 woorden), beschrijf wat de boodschap is die gecommuniceerd dient te gaan worden, welke doelgroep, welke context etc. Én je hebt een aantal ideeën (visueel en tekstueel) genoteerd, zorg dat je bij deze opdracht idee-noterend werkt, zorg dus voor veel schetsen! (inventarisatie/kader/inzichtelijkheid)
05/04
Bepaal je definitieve concept naar aanleiding van je ontwikkelde ideeën en begin tegelijkertijd met veel vormschetsen. Ontwikkel verschillende oplossingen zodat je kunt testen welke goed en welke minder goed werkt. (kader/inzichtelijkheid/vormgeving)
12/04
(alternatieve datum volgt i.v.m. Pasen!) Het definitieve concept en de gemaakte vormschetsen zijn ontwikkeld tot prototype(n) waarbij we kunnen zien of het nieuwe ontwerp functioneerd zoals vooraf beschreven in de analyse en briefing van het oude ontwerp. Maak tests in de omgeving waar het orginele ontwerp functioneert. (inzichtelijkheid/vormgeving/prototypen)
26/04
Presentatie en beoordeling, ook van het werkboek (integraal onderdeel)!