September 16, 2005

GO 2e 05/06

Lesaanbod Grafisch ontwerpen
Jaargang 2005/2006
Studiejaar 2
Docenten Renate Boere (rboere@xs4all.nl) & Roger Teeuwen (rtgo@xs4all.nl)

// 01 Inleidend

De opdrachten en lessen/besprekingen zullen twee centrale thema’s bevatten,
ontwikkel je identiteit en bepaal je standpunt t.o.v. actualiteit (snelheid).
Deze met als doel de ontwikkeling en positiebepaling als ontwerper/individu.
Ontwikkeling van identiteit zal leiden tot een kritische houding die maatschappelijke betekenis krijgt door de positiebepaling t.o.v. een groter geheel, waarbij actualiteit een transportmiddel is.

Als student zou je vanuit een vraag-generende houding een ontwerppositie moeten ontwikkelen. Centraal in deze ontwerphouding staan onderzoek en onderzoekshouding. Hoe kun je je positie als ontwerper definiëren t.o.v.een probleemstelling?
Een antwoord op deze vraag ligt in een redactionele ontwerphouding. Vanaf de vraagstelling is er geen vooraf ontwikkeld idee over de vorm of de verschijningsvorm van het desbetreffende project.
Ieder project zou moeten beginnen met het ontwikkelen van de juiste vragen. Deze vragen zijn de basis van het onderzoek en de onderzoekspositie. Vanuit het onderzoek ontstaat er bredere kennis over het desbetreffende onderwerp.

(studiegids: In het vak grafisch ontwerpen draait het om het overdragen van informatie in tekst en beeld. Je leert vanuit verschillende perspectieven te kijken naar de manier waarop een boodschap aan een bepaald publiek vorm wordt gegeven. In de lessen maak je kennis met de verschillende kanten van het grafisch ontwerpen. Maatschappelijke, commerciële of culturele contexten zijn in wisselende samenstelling aanleiding voor de opdrachten. Vanuit een concrete opdrachtstelling werk je aan een toegepast product. Zodoende leer je omgaan met hiërarchie, ordening en structuur vaninformatie. Door onderzoek van en expiriment met verschillende beeldtalen leer je beelden lezen, analyseren en van betekenis voorzien.)

Onze visie over het vak grafisch ontwerpen 1 aan de Willem de Kooning academie is om binnen een jaar een zo breed mogelijk perspectief te brengen over het vak grafisch ontwerpen. Dit doen wij zowel inhoudelijk als didactisch. Studenten krijgen binnen dit studie jaar 4 hoofdthema’s die ieder 8 weken duren. Binnen deze hoofdthema’s worden op verschillende didactische manieren met de opdrachten omgegaan (b.v. opdrachten in groepsverband of solo, korte en langlopende opdrachten, werken binnen ‘strenge kaders’ en vrije opdrachten, klassikaal bespreken en individueel, en klassikaal presenteren.)

Hoofdthema’s
1) Omgang en inzetbaarheid van informatie
2) Reportage en redactie
3) Cultuur en maatschappij
4) Identiteit en positie bepaling


semester 1

1) 1 t/m 8 Omgang en inzetbaarheid van informatie
Data en informatiestromen zijn (zeker in met de dagelijkse inzetbaarheid hiervan) onderdeel van onze dagelijkse realiteit geworden. Als ontwerper zijn overzicht (contextualiseren), analyse (herkennen) en inzetten van informatiestromen een belangrijke onderdeel van de toolset die je als ontwerper tot je beschikking hebt.
Naast het formele aspect van informatieontwerpen, de organisatie van informatie (bewegwijzering, tentoonstellingsontwerp), zullen vooral de omgang en inzetbaarheid aan de orde komen.

2) 9 t/m 16 Reportage en redactie
Belangrijke thematiek zou moeten zijn, zeker in het kader van een redactionele
ontwerphouding, het ontwikkelen van een vraag-genererende ontwerphouding.
Als ontwerper krijg je de mogelijkheid onderzoek te doen naar de gestelde kaders/ voorwaarden van een opdracht/project. Daardoor ontwikkel je zelf een deel van de inhoud van het project (redacteur/journalist) én is een kritische onderzoekshouding de grondslag voor een succesvol concept (en ontwerp). Deze vaardigheden zijn zowel belangrijk op het niveau van begripsvorming/kennisvergaring als het bevragen van de verkregen opdracht en het verrijken/becommentarieëren ervan.
Bij de te stellen opdrachten zijn onderzoek, reportage, analyse en kader de
belangrijkste parameters.

Belangrijk is het besef dat je als ontwerper zowel vanuit een historische ontwerpcontext als een maatschappelijke context opereert. De historische ontwerpcontext is tweeledig over te dragen. Óf vanuit een van tevoren omschreven opdracht/project óf als referentie tijdens de begeleiding van alle opdrachten.


semester 2

3) 17 t/m 24 Cultuur en maatschappij
Vanuit de al eerder omschreven kritische onderzoekshouding is het belangrijk dat deze vertaald wordt naar de ontwerphouding. In welk specifieke of juist algemene context opereer je als ontwerper én op welke manier zet je deze kritische houding in?
Onderzoek naar grotere maatschappelijke problematieken of discussies zijn de thematieken die aangesneden worden.

4) 25 t/m 32 Identiteit en positie bepalingHet laatste onderdeel van het lesprogramma van het tweede jaar zal bestaan uit de toepassing van een aantal ontwikkelde vaardigheden in de drie voorafgaande
‘themathieken’. Centraal onderdeel zal het op het juiste moment inzetten van de
verworven vaardigheden zijn. Dit kan resulteren in een huisstijlopgave maar ook
bijvoorbeeld in een project waarbij een cultureel of maatschappelijk thema wordt doorgelicht.


Leerdoelen grafisch ontwerpen

leren onderzoek te doen naar de vakgeschiedenis van een thema/project
leren inventariseren
leren associatief noteren zowel met beeld als tekstmateriaal (o.a. d.m.v. mindmap)
leren grenzen af te bakenen inzichtelijk maken voor iedere lezer/beschouwer
leren te organiseren en plannen
leren onderzoeksvraag formuleren
leren vertalen van het onderzoek
leren informatie te ordenen
leren brainstormen
leren te werken binnen een gegeven kader

leren schetsen
leren een schets om te zetten naar een ontwerp
leren onderzoek te vertalen naar beeld
leren beeld en typografie toe te passen
leren informatie niveaus aangeven binnen een ontwerp
leren presenteren
leren over papier en druktechnieken
leren te voldoen aan het kader van de gestelde opdracht
leren beoordelen/reflectie

leren samenwerken
leren een kritische houding/standpunt aan/in te nemen t.o.v. werk van je medestudenten
leren een kritische houding/standpunt aan/in te nemen t.o.v. een onderwerp

// 02 Opdrachten

Opdracht 0 ‘Werkboek’

/ Leerdoelen
leren informatie te ordenen
leren beeld en typografie toe te passen
leren informatie niveaus aangeven binnen een ontwerp
leren te voldoen aan het kader van de gestelde opdracht

Om zowel voor jezelf als voor je medestudenten en docenten de ontwikkeling per opdracht duidelijk en inzichtelijk te houden gaan we werkboeken bij iedere opdracht bijhouden met de titel(s) ‘Werkboek 1’ (t/m ‘Werkboek ...’). In dit werkboek zijn alle stappen zoals beschreven in ‘Ontwikkeling van een opdracht’. Deze werkboeken zijn integraal onderdeel van elke beoordeling, ontbreekt deze tijdens een beoordeling is er geen manier om het doorgelopen proces te beoordelen en zal de opdracht per definitie onvoldoende zijn. Ontwerp jouw ‘Werkboek’, ben je bewust dat dit uiteindelijk een serie wordt die het hele jaar omvat. Ontwikkel de structuur (hoe ga je om met tijd/onderdeel van het proces/etc.) én de covers. Ben je ervan bewust dat deze werkboeken jezelf als ontwerper representeren en spreek je dus uit!

/ Werkwijze/werkvormen
Individuele begeleiding in combinatie met klassikale bespreking.

/ Formaat/format
• A4, zwart wit/kleur
• Ontwikkel of kies een bindsysteem

/ Eisen/presentatie
Inleveren in week 4, je gebruikt de eerste opdracht (‘Grens’) als testexemplaar.

/ Planning
week 3
Korte bespreking van de door jouw ontwikkelde uitgangspunten en schetsen.

week 4
Inleveren.

‘Ontwikkeling van een opdracht’

- Opdrachtbeschrijving
- Inventarisatie
Eerste aanknopingspunten vinden/ontdekken door associatief noteren, zowel met beeld als tekstmateriaal. Zorg voor verbreding tov het onderwerp, neem afstand zodat je je positie tov het onderwerp kunt bepalen. Belangrijk zijn veel ideeën, notities en verzamelingen.
- Kader
Om je duidelijk tov het onderwerp te kunnen verhouden is het belangrijk je grenzen af te bakenen. Destileer uit de inventarisatie de interessantste richting en onderzoek deze verder. Belangrijk is hier niet meer van af te wijken, kies zorgvuldig en onderzoek. Dit onderzoek zal je helpen je gekozen positie te verscherpen en een oplossing te ontwikkelen.
- Inzichtelijkheid
Zorg ervoor dat de ontwikkeling inzichtelijk is voor iedere lezer/beschouwer. Dit zorgt ervoor dat je je bewust blijft van de gemaakte keuzes, verzamel alle gemaakte stappen en keuzes. Groepeer deze in een je ‘Werkboek’.
Dit werkboek is een integraal onderdeel van de beoordelingen.
- Vormgeving
Nadat je je onderzoek precies hebt gemaakt en je weet wat te vertellen vanuit welke positie begint de omzetting naar vorm.
Dit deel van het proces bestaat uit het onderzoeken welke richting de vorm in zal gaan en dmv schetsen toewerken naar de ontwikkeling van deze definitieve vorm.
- Prototypen
In deze fase staat het onderzoek naar de definitieve vorm centraal, d.m.v. vormschetsen/ dummies/prototypen. Er is ruimte voor kritiek en belangrijk is de terugkoppeling naar de gekozen uitgangspunten.
- Eindproduct
Het eindproduct is een moment om (voorlopige) keuzes af te dwingen, het biedt de mogelijkheid anderen te laten reageren op de ontwikkeling en de gamaakte keuzes.
- Reflectie
Afsluitend is het belangrijk in ieder ‘Werkboek’ de conclusies, en mogelijke volgende stappen, uit het proces en de presentatie te noteren.

Opdracht 1 ‘Grens’

/ Leerdoelen
leren onderzoeksvraag formuleren
leren vertalen van het onderzoek
leren een schets om te zetten naar een ontwerp
leren beeld en typografie toe te passen
leren informatie niveaus aangeven binnen een ontwerp
leren presenteren

Zoek voor jouw een grens op ten aanzien van je eigen referentiekader en zet deze om naar een reeks van 3 affiches die zowel beeld als typografie bevatten. En een vierde in looddruk werkplaats ontwikkeld affiche. Belangrijk voor deze opdracht is om onderzoek te doen naar de betekenis van het referentiekader, en op welke manier deze zich manifesteert of zou kunnen manifesteren. Ben hier origineel en creatief in!

Voorbeelden/referenties:

(volgens Van Dale:)
referentiekader (het), (soc.) geheel van gewoonten, regels, normen, waarnaar men richt: de christelijke moraal is bij velen vervangen door een ander referentiekader; de ontvangers (in de communicatie) zullen vaak de boodschap beoordelen volgens maatstaven die zij ontlenen aan hun eigen referentiekader (NRC).

(volgens wikipedia.nl:)
Een referentiekader is de algemeen beschouwde structuur voor een analyse of inleiding ter verwerking van informatie.
Ter illustratie, bij historische analyses spelen de volgende items een rol:
- Tijd: Specifieke datum of periode van de geschiedenis (Gaande van Prehistorie tot Eigen Tijd) of een overkoepelend domein (Ancien Régime, Moderne Tijd, e.d.)
- Ruimte: De plaats waar de feiten zich afspeelden
- Socialiteit (ook domein): het levensaspect die de historische informatie bevat.
Socio-Economisch, politiek of cultureel. Kan betreffende ook worden opgesplitst in deeldomeinen (bijvoorbeeld Politiek-Territoriaal, Cultuur-Godsdienstig, ...)
- Probleemstelling: Indeling van de historische informatie, bespreekt meestal de
logische structuur van oorzaak, conflict, oplossing, gevolg.


Voorbeelden/referenties tijdens introductieles

1) Tegenlicht
Documentaire ‘Checkpoint’ van Joav Shamir
De grens tussen Israël en de Palestijnse gebieden

De indrukwekkende documentaire Checkpoint, die Tegenlicht zondag 30 november uitzendt, wordt gezien als een van de hoogtepunten van het komende Internationaal Documentaire Festival te Amsterdam (IDFA). Tegenlicht selecteerde deze documentaire voor vertoning op televisie. De televisievertoning betreft een wereldpremière en valt samen met het slot van het documentairefestival.
Checkpoint geeft een schrijnende impressie van de dagelijkse confrontatie tussen Israëlische soldaten en Palestijnen bij de vele checkpoints in de bezette gebieden. Elke dag worden duizenden Palestijnen gedwongen zich een weg te banen via de meer dan tweehonderd wegversperringen die door Israël zijn aangebracht. Ze willen naar een ander dorp, moeten een ziek kind naar het ziekenhuis brengen, hebben een belangrijke vergadering aan de andere zijde, of gaan gewoon naar hun werk.
De wegversperringen zijn ongevraagd de ontmoetingsplek voor de twee partijen in het Midden-Oosten conflict geworden, met eigen regels en wetten. Meer dan twee jaar en vaak lange dagen, filmde Shamir de microkosmos die bij de checkpoints is ontstaan. Aan Palestijnse zijde zien we haarscherp het gebrek aan bewegingsvrijheid en de vernedering die men keer op keer moet doorstaan. Aan de andere kant lijkt het publieke optreden van het individu bepaald door de nagenoeg onbegrensde macht van de staat Israël. Jonge soldaten, nauwelijks volwassen, zien zich vaak geconfronteerd met onmogelijke situaties. Beide zijden van de wegversperringen kennen slachtoffers, zo toont Checkpoint.
http://www.vpro.nl/programma/tegenlicht/afleveringen/15043991/

2) ‘De jungle van de tienerseks’
Vier keer zoveel pedoseksuele delicten via internet.
Donderdag 11 augustus, 21.10 uur op nl 3. (12 mei 2005)
Pubers zijn gefascineerd door seks. Zo was het altijd en zo is het nog steeds. Door internet, porno en videoclips is het tegenwoordig cool om je als een slet of een pooier te gedragen. Maar niet alle tieners zien het verschil tussen fantasie en werkelijkheid. Zo ontstaat een pornografische jeugdcultuur waarin onvrijwillige seks en verkrachting steeds normaler worden. Zembla bericht erover in ‘De jungle van de tienerseks’.
Meisjes van 13 die jongens van 17 pijpen omdat dat van ze verwacht wordt en ze het ‘dus maar doen’. Jongens die emailadressen van meisjes uitwisselen die makkelijk zijn te krijgen: ‘het zijn toch hoeren’. Een prille verliefdheid van een 13-jarig meisje op één jongen die eindigt in een groepsverkrachting in een kelderbox. Wat voor
tieners raken hierin verzeild?
In deze Zembla-aflevering komen jongeren zelf aan het woord en wordt duidelijk
dat het spel van versieren en verleiden steeds grimmiger wordt. Diana (16): ‘Jongens willen meestal hun zin krijgen, anders verkrachten ze je wel.’
http://redir.vara.nl/zembla/

3) Ideeontwikkeling project van Merel Snel
derde jaars student grafisch ontwerpen


Voorbeelden/referenties:

‘Het einde van Europa’
Nicole-Segers / Irene van der Linde
http://www.gkf-fotografen.nl/Nicole-Segers-Het-einde-van-Europa
http://www.libertarian.nl/NL/archives/000419.php

Ad van Denderen
http://www.go-no-go.nl/


/ Werkwijze/werkvormen
Individuele begeleiding in combinatie met klassikale bespreking.

/ Formaat/format
• 3 affiches A1, zwart wit
• 1 affiche (looddruk) A2, zwart wit

/ Eisen/presentatie
Individuele presentatie voor de hele klas in week 4. Je presenteert je posterserie en besteed tijdens deze presentatie aandacht aan alle aspecten van het ontwerptraject, onderzoek - concept - schetsfase - prototypen - definitief ontwerp. Door een heldere presentatie geef je inzicht in de stappen en beslissingen die je genomen hebt.

/ Planning
week 1
Introductieles

week 2
1) Presentatie van je eerste jaars werk. Kies twee projecten uit:
- waar je het meest van geleerd hebt en wat heb je dan geleerd
- je beste werk en waarom
De presentatie mag maximaal max 5 minuten duren dus zorg voor een helder en
duidelijk verhaal én beeld!

2) Kies op basis van het door jouw gekozen uitgangspunt drie beelden en schrijf daarbij drie zinnen of drie woorden die je apart presenteert. Dus in totaal presenteer je 6 A4’s.

week 3
Bespreking van de opdracht, je hebt van ieder affiche minimaal 3 (schets)varianten gemaakt, dus minimaal 9 in totaal. In deze affiches heb je ge-expirimenteert met tekst en beeld, combinaties, plaatsing en ontwerp. Verder heb je een keuze gemaakt voor de op dit moment beste serie. (formaat minimaal A3)

week 4
Presentatie van de serie van 3 posters.

Posted by Roger Teeuwen at September 16, 2005 12:15 AM
Comments
Post a comment









Remember personal info?