January 10, 2006

Onderzoek – kader.

Thematische samenwerking – Randvoorwaarden
Om inzicht te krijgen in het kader waar het onderwijs in plaats vindt volgt hier een inventarisatie van de randvoorwaarden.

De opleiding
Onderwijsvorm
Onderwijsvorm op dit moment?
- verhouding praktijk/hoorcolleges?
Alleen theoretische vakken zijn op dit moment hoorcolleges.
- hoe groot zijn de groepen?
In het tweede jaar bestaat uit twee groepen met tussen de 20 en 25 studenten per groep.
- wordt de leerstof in afzonderlijke vakken gegeven of wordt er al gegroepeerd?
In het tweede jaar is er ‘thematisch onderwijs’ waarbij drie vakken zijn betrokken, Grafisch Ontwerpen - Ontwerpen Digitale Media - Typografie.
- verschil propedeuse met de rest van de studie?
Het eerste half jaar is algemeen kunstonderwijs waarna vakstudie start.

Onderwijsinhoud
- beroeps of wetenschappelijke opleiding?
beroepsopleiding
- technisch, medisch of maatschappijgericht?
maatschappijgericht
- welke doelstelling streeft de opleiding na?
De Willem de Kooning Academie is een geheel van hbo-opleidingen voor kunstenaars, ontwerpers en docenten beeldende kunst en vormgeving. Zij streeft naar hoogwaardig kunstonderwijs, waarin de nadruk ligt op een oorspronkelijke, persoonlijke stellingname die gestimuleerd wordt door ideeontwikkeling. (bron: www.wdka.hro.nl)
- in welke verhouding zijn dit kennisdoelen, vaardigheidsdoelen en/of houdingsdoelen?
Doordat dit instituut een academie is staan vanuit het verleden kennis, vaardigheid en mentaliteit met elkaar in evenwicht. Door de recente aansluiting bij Hogeschool Rotterdam is de letterlijke aansluiting met de beroepspraktijk een belangrijker kriterium geworden dan voorheen. Vaardigheden spelen daardoor een steeds belangrijkere rol, hierdoor loopt de academie risico’s als het gaat over vernieuwing, onderzoek en herdefinitie van diezelfde beroepspraktijk.
- zijn de doelstellingen duidelijk, volledig en meetbaar?
Competentiemodellen zorgen voor meetbaarheid, de koppeling en inzet naar het onderwijs is een belangrijk aandachtspunt.
- in hoeverre is de koppeling gemaakt tussen de onderwijsinhoud en doelstellingen?
Momenteel in ontwikkeling.
- zijn alle betrokkenen op de hoogte van de doelstellingen van de opleiding?
Doordat er op dit moment veel onderwijsinhoudelijke veranderingen zijn, is niet iedereen op de hoogte van de doelstellingen.
- hoe is de aansluiting op het werkveld?
Een twee-of meer-ledige vraag omdat naast aansluiting onderzoek, herdefinitie en ontwikkeling belangrijke kernwoorden zijn. Zie voorgaande punten.
- hoe is de aansluiting op de vooropleiding van de studenten?
Verschillend per student (wel hoofdlijnen definieerbaar als voortgezet onderwijs, havo/vwo en middelbaar beroepsonderwijs)

Bestuur
- is het bestuur inhoudelijk geďnteresseerd in het onderwijs of bestuurd het de opleiding zonder interventie in het onderwijs (en onderwijsvernieuwing)?
Zou de tweede optie moeten zijn waarbij zij een controlerende attitude aannemen, specialisten aanwijzen om de inhoudelijke koers uit te zetten en controleren het docententeam op een succesvolle manier opereert.
- op welke grond beoordeelt het bestuur (het succes van) onderwijsvernieuwing?
Op dit moment niet duidelijk, formulering hiervan naar alle betrokken partijen
(zie leerdoelen en andere didactische kaders) is noodzakelijk.

Docenten
- zijn docenten gewend om bij elkaar in het klaslokaal te kijken?
Nee, alleen tijdens samenwerkingen, projectweken en integrale beoordelingen wordt er gezamelijk geopereerd.
- vindt er intervisie plaats binnen de opleiding?
Nee, niet vanuit een structuur. Docenten zijn wel geneigd problemen binnen hun onderwijs aan te kaarten tijdens docentenoverleg alleen wordt vaak een student hierbij centraal gesteld, niet het eigen onderwijs of onderwijssituaties.
- sfeer binnen het docententeam
Er bestaan verschillende kampen vanuit de verschillende ontwerp opvattingen, dit is een positieve situatie omdat hier vanuit een gezonde discussie te voeren is. Deze discussie is noodzaak om het onderwijs continu te toetsen en door te ontwikkelen, zeker in relatie tot de constant veranderende beroepspraktijk.
- werken docenten autonoom?
Verschilt per situatie en vak, binnen ieder jaar is er sprake van overleg, in sommige gevallen (tweede jaar thematisch onderwijs en de minors in het derde jaar) worden er gezamenlijk onderwijsprogramma’s ontwikkeld.
- worden vakken door meerdere docenten verzorgd?
Beroeps oriëntatie in het 1e, thematisch onderwijs in het 2e en minoronderwijs in het 3e jaar.
- hebben de docenten een didactische cursus gehad?
Verschilt per docent.
- gemiddelde leeftijd docenten?
In de wervingfolder van de WdKA voor de open dag van 5 november 2005 wordt het docententeam omschreven als een ‘jong’ team. Ik zou willen stellen dat het een gezonde mix is tussen ervaring, inzichten, kennis, specialismen en enthausiasme.
- is de taak van de docenten alleen het verzorgen van onderwijs?
Nee, naast het onderwijs zijn er projecten, projectweken, open dagen, lezingen etc. Daarnaast is er de vereiste beroepspraktijk, en de koppeling hiervan naar het onderwijs.
- worden docenten beloond voor hun onderwijsinspanningen? of wordt er voornamelijk gekeken naar bijvoorbeeld onderwijsresultaten?
Instrumenten hiervoor zijn functionering-gesprekken, persoonlijk ontwikkelingsplan en tijdelijke schaalverhogingen. De inhoudelijke controle op het onderwijs zelf niet of nauwelijks aanwezig.

Posted by Roger Teeuwen at January 10, 2006 02:18 PM
Comments
Post a comment









Remember personal info?