Thematische samenwerking – 1. Analyse 'Thematisch Onderwijs'
1.1
Voor deze analyse heb ik een aantal vragen opgesteld en deze voorgelegd aan de betrokken docenten, Renate Boere (Grafisch Ontwerpen), Louis van der Linden (Ontwerpen Digitale Media) en Jan Willem Stas (Typografie).
Het doel is inzicht te krijgen in het functioneren van het thematisch onderwijs.
#1 Een van de eerste doelen van het thematisch onderwijs was dat de onderzoekstijd voor de student minder zou worden en hij/zij deze tijd in de ontwikkeling van de opdrachten kon steken. Wat is jullie ervaring hiermee?
Werkte dit inderdaad positief?
Renate Boere: Voor sommige studenten wel. Deze studenten zaten geheel in het onderwerp en konden de informatie gebruiken om deze op verschillende manieren toe te passen. Voor andere studenten was het moeilijker. Vooral omdat zij binnen dit thema niet op ander ideeën kwamen.
Louis van der Linden: Omdat er gewerkt wordt met één gemeenschappelijk thema is er zeker sprake van winst, in tijd, maar ook in de mogelijkheden voor verbreding en diepgang. Er is één onderzoekstocht waarvan de opbrengst op verschillende wijzen gepubliceerd kan worden. Zó wordt het ook inhoudelijk sterker, uitgebreider, van betekenis, ... Positief dus!
Kanttekeningen betreffen het spanningsveld tussen startkwalificaties, een vak-leren (van eenvoudig naar meer complex, van gesloten naar open opdracht, van klein naar groter (geïntegreerd, thematisch)) enerzijds en de meer volwassen vakhouding die ‘vereist’ is bij thematisch werken (meer een 3de jaars activiteit, derhalve?)
Het feit, bijvoorbeeld, dat bij thema 2 R = R(otterdam) een boek (gekoppeld aan het vakaanbod) een verplichte wijze van publiceren is, richt/beperkt mogelijk het onderzoek? Ik hoor dit althans bij/van een aantal studenten. Zou het beter zijn
de studenten zèlf de wijze van publicatie, op basis van het onderzoek en de uitkomsten, te laten bepalen?
#2 De koppeling tussen de vakken zou een ‘gesprek’ tussen de studenten naast de lessen over het onderwerp bevorderen. Wat is jullie ervaring hiermee?
R.B.: Dit is nog niet voorgekomen.
L.v.d.L.: Door de ruimere aandacht voor het thema zijn de
studenten er ook echt en inhoudelijk mee bezig. Niet alleen bij de onderzoekstocht, maar zeker ook tijdens en n.a.v. de concept-, realisatie- en presentatiefase van de media-uitingen verwacht ik het nodige gesprek, discussie!
#3 Is er sprake van dat studenten kennis van het ene vak naar het andere meenemen en inzetten? Als dit niet zo is, zou dit belangrijk moeten zijn?
R.B.: Ja, daar is sprake van vooral als het gaat om praktisch handelingen, maar dit zou echter veel beter kunnen. Naar mijn idee ook belangrijk.
L.v.d.L.: Jammer dat je nu ineens spreekt en uitgaat van vakken. Ik merk dat bij de studenten ook nog te sterk. Mede door de hoge eisen (naast hoofdopdrachten ook nog extra korte opdrachten e.a.) door GO gesteld, is er toch al makkelijk sprake van HOOFDVAK GO en de bijvakken Interactief Ontwerpen en Typografie (zelfs ondersteunend en vaardigheidsvak genoemd!?). In de geest van het thematisch werken, maar vooral vanuit mijn opvattingen over Grafisch Ontwerpen c.q. de Grafisch Ontwerper (Ontwerper Media & Communicatie), zie ik het meer als “allen en vanzelfsprekende inzet van/als grafisch ontwerper”! De tentoonstelling zoals jij en Renate die ingericht hadden, ademde
overigens wel die sfeer en instelling. PERFECT!
///
Uit het prg Interactief Ontwerpen:
(...) “In alle ontwerpdisciplines nemen de toepassingen in de digitale media toe. Naast vormgeving voor de gedrukte media zijn de digitale media - het internet, televisie, een cd/dvd-rom productie - dè grote uitdaging en het werkterrein voor ontwerpers. Het is bij uitstek hun gebied omdat zij in staat zijn:
> informatie en technologie toegankelijk en bruikbaar te maken,
> verhalen, boodschappen en problemen op en heldere en originele manier vorm te geven en beeldend te maken,
> media te gebruiken om informatie te verstrekken.
De inhoud van en aanpak bij Ontwerpen voor Digitale Media worden bepaald door:
> Het gemakkelijk en vanzelfsprekend gebruikmaken van media bij en als final output van het ontwerp(en).
> Media zien als een uitnodigende, inspirerende optie voor expressie en informatie¬overdracht.
Trefwoorden: de les gebruiken als creatief laboratorium, tot leven wekken en beroeren, innovatief en ontdekkend, visuele alchemie, interactie, niet-lineaire navigatie, inhouden met gebruik van tekst, beeld, animatie, geluid en video. Ontwerpen voor Digitale Media is in de eerste plaats een ontwerpvak.” (...)
#4 Een meer open vraag is of de structuur zoals de thema’s nu ontwikkeld worden (initiatief vanuit Grafisch Ontwerpen) goed is. Als dit niet zo is zou er dan een instument voor moeten ontwikkeld worden en waar zou dit dan aan moeten voldoen?
R.B.: De betrokkenheid wordt veel groter als meerdere docenten mee zouden denken aan een thema.
L.v.d.L.: De structuur gaat uit van competenties m.b.t. het vak. Ik denk dat dit een goed uitgangspunt is. Mooi zou zijn als er een doorlopend plan over/ voor de opleiding van de semesters 1 t/m 6 ontwikkeld zou worden. De thema’s in de semesters 5 en 6 worden nu anders gekozen en benaderd, is mijn indruk.
#5 Is de koppeling tussen de drie vakken voldoende of is het belangrijk dat er ‘meer’ vakken gekoppeld worden?
R.B.: Voldoende voor tweede jaar onderwijs.
L.v.d.L.: Met het huidige cluster is het goed werken. Een ruimere participatie (idee- en beeldontwikkeling) zou, vanuit de thema-gedachte logisch/vanzelfsprekend zijn. Maar voor de semester 3 en 4, met aanvangsmodulen, wordt de consensus tussen specifiek en gericht vakaanbod, en geïntegreerd steeds moeilijker. Voor de semesters 3 en 4 niet teveel vergroten derhalve?
#6 Denken jullie dat er mogelijkheden zijn om koppelingen te maken tussen tweede en derde jaars thema’s?
R.B.: Thema’s bedenken over 4 semesters is interessant. Samenwerking van studenten 2e en 3e jaar ook (projectweek). Tegelijkertijd thema’s uitwisselen zonder intensieve samenwerking lijkt zinloos, mits competentie gevoel wordt gestimuleerd door presentaties aan elkaar te geven.
L.v.d.L.: Vergelijk ad #3, #4 en #5
#7 Onderdeel van mijn project is de ontwikkeling van een derde thema, hebben jullie suggesties voor onderwerpen?
R.B.: Omgang en inzetbaarheid van informatie (vakinhoudelijk thema 3):
- milieu: luchtveronreiniging, co2, milieu ramp Engeland (Hemel Heamstead)
- Zeebelt/DCR?
L.v.d.L.: Ik hoorde van studenten dat ‘de stad wel erg populair is’ als uitgangspunt. Zij zouden al drie keer met een dergelijke ingang gewerkt hebben. Het wordt dus tijd de blik te verleggen, verruimen?
Thema’s voor het tweede semester:
> Document Nederland
Dierbaar ... Over de relatie tussen mens en dier.
> Dans(en)
> Gezinnen anno 2005
> Vuil
Over vuilverwerking, milieustraten e.d.
> Water(management)
> Drink (niet) meer!
> Altijd en overal in beeld
Over bescherming en veiligheid, cameratoezicht, bewakingscamera’s, (schending van) privacy, vormen van ‘watching you’
> Typografie in de Ruimte
> Presentatie Berlijn en ODM-specifieker,
> Interactive Poetry
Moving Type
Designing for Time and Space
> Digital Storytelling
Interactive nonlinear narration
Databased tagged film; nog niet aan een thema gekoppeld
1.2
Voor het tweede deel van de analyse heb ik in samenwerking met Renate Boere de studenten van klas 2a en 2b grafisch ontwerpen een evaluatie-vraag voorgelegd. De vraag was wat zij vonden van deze, nieuwe, thematische aanpak. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste bevindingen (fragmenten uit deze evaluatieformulieren, deels citaat (“...”) en deels door mezelf opnieuw verwoord):
positief>
- Inleidende les werkt inspirerend, de verschillende perspectieven zetten je aan het denken; de mogelijkheden worden duidelijk. “Eerst leek het me een beetje saai om zo lang rond een thema te werken, maar het bleek eigenlijk heel interessant te zijn.”
- Door het inzicht in de planning werk je intensiever, het is duidelijk wat de structuur en het doel is.
“Overzichtelijk en duidelijk, groot verschil met losse niet samenhangende onderwerpen/opdrachten.”
- Mogelijkheid tot verdieping doordat met de eerste opdracht inzichten worden verkregen die in de tweede verder ontwikkeld kunnen worden, het verband tussen de opdrachten wordt waardevoller.
- Doordat je bij de verschillende vakken verschillende opdrachten krijgt wordt het thema breed belicht, “je bent niet drie maal met dezelfde opdracht bezig”.
- Door de combinatie van verschillende vakken en dus media is de mogelijkheid dat er de ‘grens’ van een thema wordt opgezocht. “Interessant om de grenzen van de opdracht binnen het thema op te zoeken; hoe kan je iets anders/op verschillende manieren benaderen of verwerken?”
- Studenten zien in sommige gevallen het thema als een lange opdracht verdeeld in sub-opdrachten.
- “Doordat iedereen met het thema bezig is steek je er veel van op.”
- De thematische structuur kan bij de schouw en integrale beoordeling spannend werken, presentatie van de verschillende thema’s. Dit kan zelfs in je portfolio doorwerken.
“Bij elke opdracht is het hoofdthema dan wel ‘Grens’, maar je geeft er telkens toch een karakter aan. Ik heb niet het idee dat ik met één ding bezig
ben geweest; maar meer met zelfstandige dingen.”
negatief
- Fotografie en beeldmaken speelde een belangrijke rol bij de opdrachten van Grafisch Ontwerpen, hierdoor kwamen andere aspecten minder aan bod (bv. typografie).
- Niet alle opdrachten waren evenveel verbonden met het thema.
- De eerste opdracht werd als het meest ingewikkeld ervaren.
- Als de eerste opdracht niet goed gaat is het lastig met een open blik aan de tweede te beginnen.
- “Doordat je bij drie vakken met hetzelfde thema bezig bent kun je dit na verloop van tijd als een beperking gaan ervaren, je blijft hierdoor sneller in je eerste idee hangen.”
- Er komt bij een aantal studenten een moment wat zij omschrijven als ‘uitgekeken’ zijn op het thema (wanneer zij hier echter doorheen breken verassen ze zichzelf in een aantal gevallen).
- Een thema geldt voor 8 weken, wanneer een thema je niet ‘ligt’ is dit lastig doordat dit langer is dan een opdracht voorheen. Twee maanden is de maximale looptijd van een thema, je hebt het idee dat je alle invalshoeken hebt gehad.
- Verschil van nadruk bij de verschillende vakken, bij typografie speelde het thema een kleinere rol dan bij Grafisch Ontwerpen en Ontwerpen Digitale Media.
- “De dynamiek van verschillende opdrachten bij verschillende vakken verdwijnt door thematisch werken.”
1.3
Aantal positieve en negatieve bevindingen naar aanleiding van de eerst 8 weken thematisch onderwijs (1 thema: ‘Grens’):
(bron: hiervoorgaande interviews met docenten Grafisch Ontwerpen, Typografie en Ontwerpen Digitale Media en de evaluatie van studenten)
positief
- De introductie lessen zorgen voor een groter inzicht in een bepaalde themathiek doordat er meer tijd voor beschikbaar is dan voorheen én voor een echt startmoment.
- Het ‘gesprek’ tussen studenten buiten de lessen om wat vooraf verwacht werd kwam inderdaad op gang. Wel belangrijk hierbij op te merken dat deze een andere dynamniek heeft dan bijvoorbeeld een projectweek, waar de concentratie en de snelheid door het korte tijdsbestek hoger zijn.
- Meer mogelijkheden voor verbreding en vooral diepgang.
- Student krijgt inzicht in de gelaagdheid van één enkele themathiek, dit inzicht is een belangrijk onderdeel van het vak. (Bijvoorbeeld in het eindexamen is vaak de vrees dat wanneer er voor één bepaalde themathiek is gekozen de mogelijkheden beperkt zijn. Dit is niet zo, het gekozen kader genereert juist de mogelijkheden.)
- Betere onderbouwing voor de keuzen in het ontwerp proces, begeleiding kan specialistischer.
-Mogelijkheid tot symbiose van de verschillende vakken: deze koppeling zorgt voor een meer realistisch beeld t.a.v. de werkelijkheid.
- Door het eindigen met een ‘event’ (de open dag) wordt het thema werkelijk.
negatief
- Spanningsveld tussen startkwalificaties, een vak-leren enerzijds en de meer volwassen vakhouding die ‘vereist’ is bij thematisch werken.
- Tijdens het eerste thema waren de verbinding tussen de verschillende vakken soms slechts op detailniveau aanwezig.
- De ontwikkeling van de verschillende opdrachten rond een thema verdient veel aandacht, het risico is dat er te weinig verband is.
- De volgorde van de verschillende opdrachten rond een thema dient zorgvuldig te gebeuren, zodat niet begonnen wordt met de meest ingewikkelde.
- Ontwikkeling van de thematieken gebeurde niet vanuit de samenwerking van het hele team maar ontstond bij een deel van de docenten.
- Geen tussentijds overleg welke een doorontwikkeling mogelijk maakt.