April 29, 2008

OOG - Volkskrant

Studenten tweede jaar grafisch ontwerpen van de Willem de Kooning Academie gaven presentaties aan Babette Wagenvoort van OOG (de Volkskrant) in het kader van de opdracht 'Vertaal Oog naar geprinte vorm'.

Oog

DSCN7269.JPG

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 04:59 PM | Comments (0)

November 12, 2007

Projectweek 'Your Biggest Fan'

yourbiggestfan.jpg

Onderdeel van projectweek ‘Duurzaamheid’
Willem de Kooning Academie
16 t/m 19 oktober 2007

Wat verstaan we onder roem? Het tragische icoon, een mediabewuste Paris Hilton of de buurman die maffe bierfilmpjes op YouTube plaatst? We kruipen in de huid van de fan om op zoek te gaan naar de betekenis van roem en bestaansrecht in onze multimediale netwerksamenleving. Het wordt steeds makkelijker om je leven te publiceren, bijv. door blogging via je mobiele telefoon. Wanneer iemand een beeld publiekelijk aanbiedt, blijft het beeld dan persoonlijk of wordt het van ons allemaal?
De fan schuwt het niet om alles van zijn idool te verzamelen en te gebruiken. In deze workshop onderzochten we of de ontwerper een vergelijkbare rol kan innemen door als fan een tribute te ontwerpen.
Studenten kozen hun object van obsessie uit een van de volgende categorieën van publiek leven:
1. Het tragisch icoon
Bold and beautiful, van dood onder verdachte omstandigheden naar historisch mysterie / mythe.
voorbeelden: Marilyn, Elvis, Lady Di
2. De mediabewuste Paris Hilton
Poseren, manipuleren en ensceneren. Puppet of parasiet? Volledig accepteren van een leven via de camera.
3. De YouTube ordinary
My space!, 1 min. of fame, reageren, echoput professionele amateurs en amateuristische pro's.<
voorbeelden: Bearforce1, lonelygirl15, shenkie

Workshop door: M.V.
(Myrthe Veeneman en Marjolein Vermeulen)
Met dank aan begeleidende docenten:
Roger Teeuwen en Renate Boere


Posted by Roger Teeuwen at 05:33 PM | Comments (0)

May 23, 2007

Future is hidden

Communicate with Twopoints.Net

Life itself will be the information source of this workshop. Twopoints.Net wants you to go out and investigate your hometown Rotterdam. The subject of the workshop will be "Communication". Where and how the citizens communicate? Which physical and non-physical media they use? Which social nets they create and for which reasons? How we could use these nets? How we could improve them? This workshop don't want you to give concrete technical answers, but use these question to start your own investigation. It wants you to be aware of the communication tools that we are surrounded with and that we, as visual communicating professionals, could use. Start documentating, experimentating, creating and make this week into a think tank of ideas.

The final result could be a visual documentation of your investigation theme or even an idea for a new communication tool itself. Don't feel limited in the media you use for presenting your work. It could be anything. As long it is appropiate for the content you want to transmit.

The workshop will be divided in three parts:
1. In part one you will start your research. Find out what for communication tools exist, choose the approach you are interested in and concentrate your research on these.
2. In part two you'll need to develop your theme and think of the visualization of it.
3. In part three you will give a first presentation of your results, we will discuss the presentation and your work and see if there is something you should improve until the final presentation.
4. In part four you adjust, correct and finish off your work for the final presentation.
5. Final presentation. Your presentation should consists of the documentation which lead to the final result and the final result itself.

During the two weeks the students redefined the assignment.
For the log and the results:
projectweblog


Posted by Roger Teeuwen at 11:12 AM | Comments (0)

March 13, 2007

grafisch ontwerpen 2e jaar sem.6

Vak: Grafisch Ontwerpen
Vakcode: ...
Studiebelasting: ... ects
Docent: Renate Boere en Roger Teeuwen

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 03:48 PM | Comments (0)

grafisch ontwerpen 3e jaar sem.6

Vak: Grafisch Ontwerpen derde jaar
Vakcode: ...
Studiebelasting: 2 ects
Docent: Vanessa van Dam en Roger Teeuwen

assignment North Sea Jazz Festival
assignment 'Re-design'
assignment

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 03:27 PM | Comments (0)

September 29, 2006

Tentoonstelling Grafisch Ontwerpen 2e jaar 2005-2006

wdka050601DSC00136.JPG

Dinsdag 19 september om 17.00 uur gaven 6 studenten van de Willem de Kooning academie een presentatie over hun onderzoek naar de indentiteit van de DCR. Na deze presentatie was er een opening van de expositie over een jaar werk door studenten afdeling grafisch ontwerpen 2e jaar en een boekpresentatie: 'Berlijn'.

Identiteit DCR
Studenten grafisch ontwerpen hebben aan het einde van het van tweede jaar de opdracht gekregen een identiteit te ontwikkelen voor de DCR. Een plek in ontwikkeling en een plek die een belangrijke rol kan gaan spelen voor de stad Den Haag. Judith Schoneveld, betrokken bij de oprichting van DRC en artistiek leider van Theater Zeebelt gaf een introductie over de DCR en Iris Schutten van IN SITU archtecten een presentatie over het fenomeen broedplaatsten. De 35 studenten zijn hiermee aan de haal gegaan en hebben uiteenlopende oplossingen bedacht. Zes van hen geven een presentatie, de andere voorstellen zijn in de expositie te zien.

Initiatiefnemers en begeleiders tentoonstelling:
Renate Boere en Roger Teeuwen

Ontwerp en uitvoering van de tentoonstelling (Studenten)
Meltem Akturk, Rosalie Arendsen, Joshua Bakarbessy, Efrim Bartosik, John Beckers, Marjon Bolijn, Art Collart, Claire Coumans, Marloes Dieleman, Floor Drees, Iddo Drevijn, Maarten van Gent, Esther Gijsbertsen, Maartje Heijsteeg, Janneke Jansen, Joep Janssen, Vanessa Kalkman, Yorrit Kluitman, Stephan Korczak, Thijs Kruithof, Eline Langstraat, Danny Lelieveld, Katrien Ligt, Stephanie de Man, Yvonne Mourits, Arjen Middelburg, Ralph Noordhoek, Rena Noordermeer, Laurens van der Pool, Janneke de Rooij, Laura van Rooij, Sharon Roubos, Sumarty Schiffer, Alfredo da Silva, Walter Vermeij, Michiel van Wijngaarden, Koen van de Wouw en Jetty van Zwieten

Docenten Team 2004-2005:
Renate Boere, Erna Flokstra, Henny van der Zanden, Louis van der Linden, Harma Staal, Jan-Willem Stas, Roger Teeuwen, Pieter Vos, Evelien van Vugt, Ilya Toornvliet, Rolf Bron

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 03:17 PM | Comments (0)

June 13, 2006

Tentoonstelling Desire in Blaak 10

AD.desire.2.jpg

desire.1.jpg

desire.4.jpg

desire.5.jpg

desire.6.jpg

desire.3.jpg

desire.2.jpg

14 juni opening!
van 17.00 u tot 19.00 u.
Tentoonstelling van 14 t/m 24 juni
-------------------------------------------------------------

'Desire' staat in het teken van een tot waanzin gedreven consumptiemaatschappij. Media en multinationals doen ons massaal geloven dat wat verkondigd wordt waarheden zijn. Maar in de werkelijkheid verdwijnt het zelfbewustzijn, en het spektakel regeert! De expositie speelt zich af in een schijnbaar realistische winkel, en probeert een alternatief te bieden of spiegel te zijn. De Engelstalige titel camoufleert de expositie. Naarmate de tijd
verstrijkt zal de 'consument' beseffen dat er andere intenties zijn.
Het verlangen blijkt niet grenzeloos te zijn...

-------------------------------------------------------------

Academiegalerie BLAAK 10
Witte de Withstraat 7a
3012 BK Rotterdam

www.desire.wdka.nl

openingstijden:
woensdag t/m zondag van 12.00 uur t/m 18.00 uur
maandag en dinsdag - gesloten

info@blaak10.nl
T 010 280 92 51

-------------------------------------------------------------

'Desire' is gemaakt door:

Meltem Akturk, Rosalie Arendsen, Joshua Bakarbessy, Efrim Bartosik, John Beckers, Marjon Bolijn, Art Collart, Claire Coumans, Marloes Dieleman, Floor Drees, Iddo Drevijn, Maarten van Gent, Esther Gijsbertsen, Maartje Heijsteeg, Janneke Jansen, Joep Janssen, Vanessa Kalkman, Yorrit Kluitman, Stephan Korczak, Thijs Kruithof, Eline Langstraat, Danny Lelieveld, Katrien Ligt, Stephanie de Man, Yvonne Mourits, Arjen Middelburg, Ralph Noordhoek, Rena Noordermeer, Laurens van der Pool, Janneke de Rooij, Laura van Rooij, Sharon Roubos, Sumarty Schiffer, Alfredo da Silva, Walter Vermeij, Michiel van Wijngaarden, Koen van de Wouw, Jetty van Zwieten.

Renate Boere (docent), Roger Teeuwen (docent), Natasa Heydra (galeriehouder), Martijn Konings (stagair).

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 11:06 AM | Comments (0)

May 12, 2006

Opdracht 10 - deel 1

Identiteit en positie bepaling
In deze periode staat de identiteit binnen het grafisch ontwerp centraal. Wat is een identiteit, hoe komt deze tot stand en wat is de functie hiervan in zowel de maatschappij als het vakgebied. Belangrijk onderdeel van ons vak is het ontwikkelen van identiteiten. Identiteit is een zeer gelaagde definitie, die reikt van huisstijl/logo tot seriematige media, en kan zich, afhankelijk van de context verschillend manifesteren.

Het onderwerp:
Den Haag krijgt een nieuw Kunstgebouw: de DCR
Het voormalig kantoorgebouw van de elektriciteitsfabriek aan De Constant Rebequeplein (DCR) is in 2004 door de Gemeente Den Haag aangewezen als locatie voor een culturele ‘broedplaats’. Vervolgens hebben een aantal kunstenaars-initiatieven en Theater Zeebelt de stichting DCR opgericht en is er begonnen met de invulling van het bestemmingsplan voor dit nieuwe Haagse kunstgebouw: de DCR.
Het pand, bestaande uit drie verdiepingen, wordt onderverdeeld in individuele werkruimten voor startende en ervaren, professionele beeldend kunstenaars, podiumkunstenaars en ontwerpers. Daarnaast komen er een muziekstudio van ensemble LOOS, een studio voor dansontwikkeling van choreografen en de theaterwerkplaats van Zeebelt. Om de levendigheid en doorstroming te bevorderen worden er gastateliers en gastverblijven verhuurd en is er een speciale, grote ruimte bestemd voor publieksactiviteiten als exposities, projecten, ontvangsten en symposia. Vorig jaar is begonnen met de verbouwing. De eerste groep gebruikers zal in maart in het pand beginnen, zij zullen meewerken aan de inrichting van het gebouw en hun eigen atelier. Volgens de planning wordt het gebouw eind 2005 opgeleverd.
De stichting DCR streeft naar een levendige uitwisseling tussen de verschillende kunstdisciplines. Van de toekomstige gebruikers van het pand wordt dan ook verwacht dat men zich inzet voor de DCR; door deel te nemen aan gemeenschappelijke activiteiten en het organiseren hiervan. Om deze reden worden kandidaat-deelnemers geselecteerd op hun werk, hun motivatie en op ervaring met en ideeën over activiteiten. De aanvragen worden voorgelegd aan een toelatingscommissie die bestaat uit 5 kunstenaars/ deskundigen.

Opdracht:
De opdracht is uiteindelijk een uitspraak te gaan doen over de DCR door een identiteit te ontwikkelen. Deze identiteit is echter het einddoel. Stap een is het onderzoek doen naar wat deze plek precies is en wat deze in een groter verband (zowel de stad Den Haag als bijvoorbeeld beeldende kunst, dans of ontwerpen) betekent en wil zijn. Maar realiseer je tegelijkertijd dat dit een grotere trend is, veel steden op dit moment proberen op verschillende manier gebruik te maken van wat ook wel de 'creatieve klasse' genoemd wordt. Dit was een aantal jaren geleden volledig ondenkbaar. De creatieve klasse is namelijk ontstaan uit de kraakbeweging!
Een identiteit ontstaat niet zomaar, maar kan een statement, verhaal, vraag, verband of verlangen visueel maken. Vaak is de vraag van de 'opdrachtgever' belangrijk, in dit geval zijn jullie vrijer. We starten weliswaar met een introductie van Judith Schoneveld, coördinator Theater Zeebelt en bestuurslid DCR, maar je hebt hierbij de kans verder te gaan dan een ontwerper in een opdracht-situatie. Vraag jezelf af wat je vind van dit initiatief, wat jij er over zou kunnen vertellen of zeggen. Natuurlijk kun je dit niet zomaar, dus daarom starten we met het onderzoek.

Voor volgende week woensdag:
1. Een visueel onderzoek wat bestaat uit minimaal 25 beelden of teksten op A4 formaat, bedenk jezelf hierbij welke beelden je kiest uit jouw onderzoek, wat de volgorde moet zijn etc. Bind deze samen door een nietje of een andere bindmethode.
Onderdelen van je visuele onderzoek zouden in ieder geval moeten zijn:
- creatieve/culturele broedplaatsen in het algemeen (bijvoorbeeld; van Nelle Rotterdam, Duende Rotterdam, 25KV Rotterdam, Westergasfabriek Amsterdam (zie ook www.broed.net)
- de positie van DCR in Den Haag 
- de relatie tussen cultuur en de stad 
- eventueel een nieuwe naam
2. Maak vervolgens een selectie van 5 beelden (uit deze 25) die richting geven aan jouw concept (op A3 formaat). Je concept hoeft dus nog niet ontwikkeld te zijn, maar ideeën hiervoor zijn heel belangrijk.

Referenties (belangrijk!!):
- Het dilemma van de creatieve stad, http://www.siebethissen.net/Kunst_en_Theorie/2004_De_creatieve_stad.htm
- Nederland moet creatieve hotspot worden, http://www.design.nl/designnl/368.458.289.453.15781
- easyCity, http://www.vrijeruimte.nl/easycity/
- DRC weblog, http://www.ellenrodenberg.nl/M.I.%20LOG%20DCR%201.htm

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 10:21 AM | Comments (0)

May 05, 2006

Thema 3 | 'Milieu' | opdracht 9 deel 2

Campagne ‘Consumptie vs. Afval’

Nu duidelijk in is welke richting(en) de tentoonstelling zich zal ontwikkelen kunnen we na gaan denken over het tweede onderdeel, de communicatie van de tentoonstelling. De campagne die duidelijk maakt dat de tentoonstelling bestaat en nieuwsgierigheid kweekt voor het onderwerp.
Deze campagne is in twee delen verdeeld, een intern en een extern deel. Intern dient duidelijk te maken dat er een tentoonstelling in de kantine is en kan een ‘vergroting’ van de tentoonstelling zijn, sporen, installatie, routes etc. Extern dient duidelijk te maken dat de tentoonstelling bestaat en op te roepen tot bezoek ervan, doordat het thema (Consumptie vs. Afval) een directe relatie aangaat met de buitenwereld zijn ook hier weer veel spannende mogelijkheden.

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 11:59 AM | Comments (0)

Thema 3 | 'Milieu' | opdracht 9

tentoonstelling: Consumptie vs. Afval
alternatieven in communicatie

Na de vorige opdrachten waarbij we eerst op zoek zijn gegaan naar mogelijkheden tot communicatie rond milieu-problematiek en de alternatieven en/of tegenover gestelde hierin. Gaan we nu verder op dit spoor. Het alternatief blijft hierbij centraal staan, we kennen allemaal de voorbeelden van communicatie van milieu-(of aanverwante) organisaties en van de juist ‘vervuilende’ bedrijven. Onderdeel van ons vak en deze studie is het ontwikkelen van nieuwe vormen en betekenissen. Hier gaan we nu mee verder.

Uit de infographic-opdracht en de door jullie gekozen thema’s hebben we een ‘hoofdthema’ gefilterd; Consumptie vs. Afval. Dit wordt het thema van een tentoonstelling die we in de tentoonstellingsruimte in de academiegallerie Blaak 10 (Witte de Withstraat, Rotterdam) gaan maken. Beide klassen gaan hier aan meedoen. Klas 2a neemt het thema ‘Afval’ voor zijn rekening en klas 2b (massa)‘Consumptie’. Ander gezegd klas 2b concentreert zich op de productie, het verlangen. Klas 2a concentreert zich op de gevolgen van onze materiële levensstijl. Deze twee thema’s samen geven de bezoeker een stand van zaken, maar ook een ervaring, een alternatief, misschien niet in handelen maar wel in denken!

Consumptie vs. Afval komt samen in de academiegallerie Blaak 10. Ieder ‘hoofdthema’ kent vele subthema’s, denk hier goed over na. Is er een plan nodig om deze direct te verdelen, en welke thema’s willen jullie dan bespreken? En welk effect wil je bij de bezoeker van de tentoonstelling bereiken? Is hiervoor een duidelijke tegenstelling nodig (wat vs. wel impliceert), en hoe bereik je deze? Welke middelen heb je nodig; een installatie, grafisch of ruimtelijk, teksten, affiches, foto’s?

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 11:58 AM | Comments (0)

Thema 3 | 'Milieu' | opdracht 8

Kun je jouw ontwerp vertalen naar een wereld van massaconsumptie?

Maak naar aanleiding van de door jouw gemaakte infographic, die bedoeld is om inzicht te geven in een milieuproblematiek, een ‘tegenovergesteld’ ontwerp. Dus je draait je gekozen thema om, waar je eerst de ‘schadelijke’ kant hebt belicht stel je nu de veroorzaker centraal. Bij bijvoorbeeld luchtverontreiniging, autorijden, maak je een ontwerp met als opdrachtgever een automerk of Shell.

Stel jezelf hierbij de vraag of de argumenten die je in de infographic hebt ontwikkeld een rol zouden kunnen spelen in dit ontwerp. Is het mogelijk een campagne te maken met als doel massaconsumptie (bv. de verkoop van benzine etc.) waarbij toch een ‘geweten’ meespeelt?
Er is een ontwikkeling gaande dat multinationals in campagnes juist dit mee laten spelen. Niet om boete te doen maar juist om op het geweten van de consument in te spelen en zo juist meer te verkopen of een eventueel hogere prijs te verantwoorden. Een goed voorbeeld hiervan is Shell V-Power: “Als u om uw auto geeft, dan is Shell V-Power de brandstof voor u.” (campagne Shell)

In het vervolg van dit thema gaan we verder met deze tegenstelling. 

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 11:56 AM | Comments (0)

Thema 3 | 'Milieu' | opdracht 7

/ Informatieontwerpen en milieu
Een half jaar geleden werd er in bijna alle kranten een infographic geplaatst over de luchtverontreiniging in Nederland. Hoewel er al eindeloos veel geschreven was over dit onderwerp werd op dat moment door een eenvoudige infographic duidelijk hoe Nederland ervoor staat en dat we er daadwerkelijk iets aan moeten doen. Googelend over dit thema zien wij eindeloos veel gegevens die met een heldere infographic zoveel meer inzicht zouden geven over dit onderwerp.
Nu is luchtverontreiniging in het kader van 'milieu' slechts een onderdeel van het 'grote' thema 'milieu'. Dit reikt van de steiging van de zeespiegel, het 'Kyoto' verdrag (en de recente 'State of the Union' van Bush waarin hij zegt dat Amerika olie verslaafd is), via massaconsumptie tot een dagelijkse schaal, bijvoorbeeld het 'sluipverbruik' van electrische apparaten. 

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 11:54 AM | Comments (0)

March 03, 2006

Projectweek 'Hot Spot'

Introductie
Rotterdam wordt veiliger. Daarover is iedereen het eens. Burgemeester en wethouders hebben in 2002 het onderwerp Veiligheid benoemd tot collegeprioriteit nummer één: de stad moet de komende jaren meetbaar en zichtbaar veiliger worden. En dat werpt inmiddels zijn vruchten af: zowel objectief als subjectief is de veiligheid verbeterd. Tot collegeprioriteit nummer twee is de aanpak van de zogenoemde negen hot spots benoemd. Een hot spot, een gebied van één of meer straten waar verpaupering, criminaliteit, vervuiling en verloedering het beeld bepalen, is een plek waar huisjesmelkers illegaal kamers verhuren en waar slooplocaties en slecht onderhouden panden bijdragen aan een slechte uitstraling van de buurt. Hot spots worden vanaf 2003 aangepakt door inzet van vele gemeentelijke instrumenten (investeren, handhaven en beheren) en door deze instrumenten op het juiste moment, de juiste plek en in de beste samenhang in te zetten. (uit: ‘Uitvoeringsplan fysieke hot spots, actualisatie 2005’)

De opdrachtgever
Het OntwikkelingsBedrijf Rotterdam (OBR) voert als stedelijke dienst het economisch beleid uit binnen de gemeente. Hot Spots is, naast lopende initiatieven zoals Kansenzones en Groeibriljanten, een project waarmee de gemeente het woon-, werk- en leefklimaat in Rotterdam naar een hoger plan wil trekken.

Samenwerkingsproject
Een aantal gebieden in Rotterdam zijn aangewezen als aandachtsgebied. Het is de intentie van de gemeente Rotterdam om in deze gebieden over een breed veld de kwaliteit (waaronder veiligheid) van wonen en leven te verbeteren. Onderdeel van dit proces is de fysieke omgeving. Een pand aan de Beijerlandsestraat is het onderwerp van een pilot waarbij niet alleen de gemeente betrokken is maar ook het bedrijfsleven (DURA-VERMEER) en het onderwijs (HR Ribacs en WdKA, ROC-Zadkine).
Studenten van het Ribacs ontwikkelen het architectonische ontwerp, studenten van ROC-Zadkine verzorgen de uitvoering ervan (beide in samenwerking met DURA-VERMEER, studenten Life Style van de WIllem de Kooning Academie verzorgen de inrichting van het pand.

Opdracht
Centraal tijdens deze projectweek staat het vierde onderdeel binnen dit project, namelijk de identiteit van dit pand en het project. Bij de officiële start eind januari 2006 (week 6) moet er een 'communicatiemiddel' worden onthuld welke duidelijk maakt wat dit project is en zal het laatste muurtje symbolisch worden gesloopt. Dus de ontwikkeling van dit feestelijke startmoment is de casus.

Het is belangrijk de identiteit van het pand te onderzoeken. De identiteit en het imago (door de gemeente betiteld als negatief) moeten worden onderzocht zodat duidelijk wordt aan welke voorwaarden het communicatiemiddel moet voldoen.
Vragen die belangrijk zijn bij dit project: 'Wie woont er?', 'Wie zal er gaan wonen?', 'Welke verhalen spelen op deze plek een rol?', 'Wat is de geschiedenis van deze plek?', 'Wie is de opdrachtgever?', 'Welke identiteit heeft dit pand?', 'Welke belangen spelen er op deze plek?', 'Welk imago heeft deze plek?', 'Hoe organiseren we een opening?', 'Wie komen er op de opening?', 'Hoe communiceer je dit project op de plek zelf?'.
Welke vorm heeft het 'communicatiemiddel'? De mogelijkheden zijn niet vastgelegd het kan dus alles zijn van een bouwbord, krant, vlag(gen), lichtinstallatie tot een tentoonstelling (etc.).
Wat is een opening? Waar gaat deze aan voldoen? Wordt dit een feest waarbij een lokale drumband wordt uitgenodigd? Of wordt de happening groter? Het pand staat tenslotte vlak bij de Kuip!


Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 05:36 PM | Comments (0)

January 10, 2006

Thematische samenwerking – Introductie

Dit afstudeerproject in het kader van de ‘Basisopleiding Didactiek voor HBO-docenten’ probeert in het onderwijs verbindingen te leggen en te verbeteren waar deze al gelegd zijn. Belangrijkste uitgangspunt hierbij is dat in de 4 jaar dat ik zelf lesgeef aan de Willem de Kooning Academie Rotterdam afdeling Grafisch Ontwerpen (Grafisch Ontwerpen 2e jaar, Mentoraat 3e jaar en Eindexamenbegeleiding) gemerkt heb dat een van de lastigste onderdelen van (academie-) onderwijs is de afstemming tussen de verschillende vakken in één jaar en de aansluiting van de verschillende jaren in zijn geheel.
De afstemming van de verschillende jaren op elkaar gebeurt op dit moment door competentiemodellen. De communicatie hierover en de afstemming ervan bevindt zich echter nog in de beginfase. Wat voor mij belangrijk is dat ik, voor dat ik verder ga met de afstemming van de vakken in het tweede jaar door middel van projectonderwijs (het ‘onderwerp’ van het hele project), inzicht geef in mijn positie en ideeën ten aanzien van de aansluiting tussen de verschillende jaren.


Eerste jaar
Het belangrijkste keyword voor het eerste jaar grafisch ontwerpen is mentaliteit. Hiermee bedoel ik een kritische en reflectieve houding die voorbij gaat aan de eigen aannames. Ik denk dat de opdrachten hier een belangrijke rol in spelen maar vooral ook de discussie in de klas. Het inbrengen hiervan als vast onderdeel in de les is essentieel. Wel teken ik hierbij aan dat deze discussie niet zonder de input van een docent kan, studenten missen de inhoudelijke ‘tools’ en kennis om deze discussie door te voeren en de verantwoordelijkheid te nemen voor de consequenties ervan. Ik begrijp dat een student in een gesprek bijvoorbeeld probeert een verschil te definiëren tussen bijvoorbeeld grafisch ontwerpen en advertising, maar als deze zelfde student niet weet dat er een verschil bestaat tussen bijvoorbeeld ‘redactioneel ontwerpen’ en een ‘advertorial’ dan loopt de discussie scheef.
Naast de input van de docent in het gesprek is het inbrengen van onderwerpen belangrijk, hiermee laat de docent zien welke thema’s op dat specifieke moment belangrijk zijn. De student leert van deze keuzes en zal een preciezer beeld ontwikkelen van de materie. Dit lijkt veel maar volgens mij is de basis het belangrijkst en zouden we de student hierop af moeten kunnen rekenen (een expliciete toevoeging in het competentiemodel?).
Uiteindelijk willen we eindigen met studenten die in staat zijn het beroepenveld te herdefiniëren, deze mogelijkheid of noodzaak tot herdefinitie vraagt om sterke en uitgesproken ontwerp mentaliteiten. Dit bereiken we niet door het accent alleen op vaardigheid en meetbaarheid te leggen, abstractie en graphic design ‘science’ zijn voorwaarden géén extra’s (met graphic design ‘science’ bedoel ik dat grafisch ontwerpen binnen academieonderwijs eerder wetenschappelijk, en dus universitair, zou moeten zijn dan alleen op vaardigheden gebaseerd, inzicht in communicatie en communicatieprocessen zorgen voor nieuwe ideeën en standpunten).


Derde jaar
Het derde jaar is tweeledig, aan de ene kant staat de ‘major’ (alle talenten, eigenschappen en inzichten die een student nodig heeft om zich te ontwikkelen tot een ‘grafisch ontwerper’ breed) en aan de andere kant staat de ‘minor’ (specialisatie waarbij de ontwikkeling van de specifieke talenten en interesses gaan zorgen voor een metaliteit en ontwerphouding).
Deze samenkomst van twee onderwijsonderdelen stellen eisen aan de student; zelfwerkzaamheid, organisatie, mentaliteit, samenwerken en een eigen positie innemen zijn belangrijke begrippen. Ondanks de splitsing is overleg en overzicht vanuit de organisatie belangrijk, de Studie Loopbaan Coach is als hulpmiddel hiervoor in het leven geroepen. Deze begeleid de student al vanaf het eerste jaar en bespreekt en controleert of de student de juiste keuzes maakt.
In het derde jaar worden de eerder genoemde abstractie en graphic design ‘science’ doorontwikkeld. De student gaat hiermee aan de haal en ontwikkelt zichzelf tot een ontwerper met unieke eigenschappen die in staat is vernieuwingen in te zetten in zowel zijn of haar houding als ontwerpen. De docenten spelen hierin een belangrijke rol, naast motivering zijn uitdaging en het aanbieden van nieuwe vraagstukken elementair.


Vierde jaar
Stage en afstuderen staan centraal. Stage zorgt voor een context vanuit de werkelijkheid die ervoor moet zorgen dat de student tijdens zijn of haar afstuderen nog eenmaal gebruikt maakt van de mogelijkheid tot onderzoek, experiment en positiebepaling die kenmerkend zijn voor de academieomgeving. Het afstuderen zorgt enerzijds voor een presentatie naar de werkelijkheid (het beroepenveld) maar tegelijkertijd kan het deze werkelijkheid ook een spiegel voorhouden. Dit is het doel van het academieonderwijs algemeen, en de taak van het begeleidende docententeam in het specifieke geval van de eindstudie. Tijdens de eindstudie krijgt de student de mogelijkheid om zich zowel theoretisch als visueel uit te spreken, waarbij de verbinding tussen beide voor de hand ligt.
Uiteindelijk laat de student zien dat hij of zij de doorgemaakte ontwikkeling door het genoten onderwijs en begeleiding komt tot uitspraken die zowel inzetbaar zijn in het beroepenveld en tegelijkertijd ook bevragende kwaliteiten bezit. Deze zullen zorgen voor een constante ontwikkeling van zowel het beroepenveld als de context en het opdrachtgeverschap welke voor iedere ontwerper een centrale rol innemen.


Docentschap
Ik zou willen afsluiten met de rol van de docent. Deze is ten opzichte van de periode (1994-1998, WdKA) dat ikzelf aan een academie studeerde (als ik spreek over gemiddelden) veranderd. Waar de docent voorheen een autonome positie innam staat tegenwoordig de student meer centraal. Groepsprocessen, individuele ontwikkeling en studie loopbaan coaching zijn veelvoorkomende termen geworden. De open vraag die ik hierbij wil stellen (en tijdens het lezen en gebruiken van dit afstudeerproject) is of deze ontwikkeling niet tegelijkertijd bijwerkingen heeft die ervoor zorgen dat de student zich op een andere manier dan voorheen ontwikkeld, en of dit wenselijk is.


Posted by Roger Teeuwen at 02:20 PM | Comments (0)

Thematische samenwerking – Plan ontwerpopdracht

1 Keuze van je ontwerp-opdracht.
Analyse en ontwikkeling van een onderwijssysteem, waarbij het ontwikkeling van de voorwaarden centraal staat. Een eenduidig curriculum is het belangrijkste uitgangspunt. Doel zou zijn dat dit handvest zorgt voor een herdefinitie en bespiegeling van het bestaande systeem. Multi-disciplinariteit en ontwerp methodieken zijn op dit moment de twee belangrijkste ingrediënten. De aanleiding voor de ontwikkeling hiervan ligt in de constatering dat er
verschillen in opvatting bestaan over wat visuele communicatie betekent. Onafhankelijke toetsing lijkt noodzakelijk, maar vanuit welk perspectief zou dit moeten worden gedaan?

De gelaagdheid van het vak grafisch ontwerpen zorgt ervoor dat een eenduidige uitspraak over de inhoudelijke status van het vak problematisch is. Een opleiding grafisch ontwerpen zou zich bewust moeten zijn van deze meerduidigheid en hier een uitspraak over dienen te doen, als tenminste gesteld wordt dat het vak geen statisch ambacht is maar een zich voortdurend ontwikkelende en zelfkritische massa. Een student die afstudeert aan een academie zou zich bewust moeten zijn van deze situatie en deels in staat moeten zijn onderdeel te zijn van deze discussie. Wanneer een opleidingsinstituut het ambacht centraal stelt gaat men uit van vandaag en niet uit van morgen. Dit zou problematische consequenties kunnen hebben omdat aan de ene kant de student een gedateerd beeld van het vak krijgt en aan de andere kant een meer volgende dan initiërende rol inneemt.

Een beschrijving van datgene wat tot nu toe vakgebied genoemd wordt is noodzakelijk voor een verder vervolg. Op dit moment spelen drie (vier, advertising) kernbegrippen een hoofdrol; identiteit, redactioneel en digitale media. Een groot aantal andere begrippen worden hierdoor uitgesloten, ik noem er een aantal; informatie ontwerpen, art direction, tentoonstellingsontwerpen, autonoom ontwerpen (etc.). Deze geven direct aan dat een volledige uitspraak over het vak een onmogelijkheid is, nu is dit ook geen voorwaarde omdat daarmee geïmpliceerd wordt dat een alomvattende uitspraak een noodzaak is voor een succesvolle opleiding. Het kiezen voor een systeem betekent een uitspraak over het vak; grafisch ontwerpen is geen eenduidige maar een gelaagde professie, probeer als ontwerper je eigen plek in te nemen/te definiëren.

Belangrijke uitgangspunten bij een opleidingssysteem waarbij bovenstaande uitgangspunten een rol spelen zijn een duidelijke structuur door de opleiding heen, 1e t/m 4e jaar sluiten op een vanzelfsprekende manier op elkaar aan. Docenten kijken dus ‘over’ de jaren heen, competenties zijn per jaar en in samenhang met elkaar helder geformuleerd. In tegenstelling tot het huidige systeem is er een curriculum beschrijving over de opleiding heen, een specifiekere per profiel, een nog specifiekere per jaar, en een nog specifiekere per vak noodzakelijk. Belangrijk is hierbij op te merken dat het hier vooral om het kader gaat waarbinnen opdrachten gegeven worden omdat actualiteit en dynamiek belangrijke ingrediënten zijn.
Denkend in systemen is het belangrijk enerzijds een destillering te maken van situaties en of onderwerpen waarmee de ‘ontwerper’ te maken krijgt en aan de andere kant een ‘academische’ factor ingebouwd wordt. De mogelijkheid tot experimenteren, zelfontdekking, ontplooïng en manifestatie, het instituut is in deze zin faceliterend.

Dit jaar is de start gemaakt met een duidelijkere koppeling tussen verschillende vakken vanuit overkoepelende thematieken in het tweede jaar Grafisch Ontwerpen (ontwikkeld door Renate Boere en Roger Teeuwen). Ik ga dit nieuwe systeem analyseren en kijken of de veranderingen het gewenste resultaat hebben en of er aanpassingen nodig zijn.

Wat wordt de titel van het onderwerp?
Thematische samenwerking; meerwaarde of vervlakking?

2 Analyse van de situatie
a. Plaats van de cursus in het curriculum, samenhang met andere cursussen?
Tweede jaar grafisch ontwerpen. De basis van dit systeem is verplaatsbaar naar andere cursussen.
b. Richtlijnen van de opleiding voor het onderwijs en het studiemateriaal?
Competentiemodel tweede jaar.
c. Randvoorwaarden aan het ontwerp?
Inzetbaarheid voor verschillende vakken, zodat juist de specialistische kennis per vak meer nadruk krijgt. Het totaal dient de student meer inzicht en vrijheid te geven én meer mogelijkheid tot ontwikkeling van de persoonlijke unieke talenten.
d. Overige belangrijke punten om rekening mee te houden.
Vrijheid per vak is een belangrijke voorwaarde, ondanks de samenwerking moet er de mogelijkheid zijn tot het geven van vakspecifieke opdrachten die los van het thema zijn.

3 Meerwaarde
a. Wat is er aan de hand met deze cursus? Welke veranderingen worden er beoogd?
Het nieuwe systeem is gebaseerd op de wens studenten een meer samenhangend programma te laten volgen waarbij één thematiek en hieruit volgend één onderzoeksgedeelte de basis legt voor verschillende uitvoeringen/
projecten/vakken. Dit als idee de student niet voor ieder verschillend vak een individueel onderzoek traject te laten doorlopen wat tot nu toe het geval is en dus de werklast in dit onderdeel van het ontwerp-traject te verminderen. En tegelijkertijd het ‘gesprek’ buiten de lessen om te stimuleren door een onderwerp meer tegenwoordig te laten zijn.
De onderwijsvisie die nagestreefd wordt is het idee dat er vanuit overlapping en concentratie er voor de student meer ruimte is voor ontplooïng.
In het verleden merkten we dat de studenten voor ieder afzonderlijk vak volledige (ontwerp-) processen doorlopen moesten worden. We hadden het idee dat er vooral in de eerste fase (onderzoek, concept - deels) winst geboekt kon worden. Door te gaan werken vanuit een thema doet de student slechts een maal onderzoek waarna er per vak specifieke vragen kunnen worden gesteld. Bijkomend doel is dat er sneller een ‘gesprek’ naast de lessen op gang komt.
b. Wat wil je met je ontwerp bereiken? Wanneer is het voor jou een succes?
Welke eisen stel je aan de nieuwe (of vernieuwde) cursus?
Mijn onderzoek zal bestaan uit enerzijds een beschrijving van het begin van deze nieuwe cursusopzet (de eerste 8 weken, en dus het eerste thema, zijn bijna afgerond). En kijken in hoeverre we in onze opzet geslaagd zijn. Ik zal hierbij de samenwerking van de drie vakken (grafisch ontwerpen, typografie en ontwerpen digitale media) onderzoeken, of deze gewerkt heeft en kijken waar punten zijn voor verbetering. Verder zal ik een nieuw thema gaan ontwikkelen.
Ik kan de ontwikkeling succesvol noemen als deze doorontwikkeling ervoor zal zorgen dat er een sterkere basis en kader is voor de toekomst. Na de initiële ontwikkeling van dit thematische onderwijs zal dit de tweede stap in het proces worden, de ontwikkeling van een vaste structuur. Mijn eisenpakket aan deze cursus zijn gelijk aan de eisen die wij hadden toen wij deze cursus ontwikkelden en die ik hiervoor bij 3a kort noemde.

4 Werkwijze (planning en fasering, tijdsbesteding, aanpak)
a Hoe denk je het aan te pakken, wat moet er achtereenvolgens gedaan worden?
1 analyse bestaande situatie
2 conclusies naar aanleiding van de analyse
3 ontwikkeling van ideeën/verbeteringen
4 ontwikkeling van de ‘vaste structuur’
5 inhoudelijke ontwikkeling van thema’s voor de toekomst
b Wanneer heb je er tijd voor, en is het te doen in de beschikbare tijd?
Ongeveer 1,5 tot 2 weken per deel-‘punt’.


Posted by Roger Teeuwen at 02:19 PM | Comments (0)

Thematische samenwerking – Randvoorwaarden

Om inzicht te krijgen in het kader waar het onderwijs in plaats vindt volgt hier een inventarisatie van de randvoorwaarden.

De opleiding
Onderwijsvorm
Onderwijsvorm op dit moment?
- verhouding praktijk/hoorcolleges?
Alleen theoretische vakken zijn op dit moment hoorcolleges.
- hoe groot zijn de groepen?
In het tweede jaar bestaat uit twee groepen met tussen de 20 en 25 studenten per groep.
- wordt de leerstof in afzonderlijke vakken gegeven of wordt er al gegroepeerd?
In het tweede jaar is er ‘thematisch onderwijs’ waarbij drie vakken zijn betrokken, Grafisch Ontwerpen - Ontwerpen Digitale Media - Typografie.
- verschil propedeuse met de rest van de studie?
Het eerste half jaar is algemeen kunstonderwijs waarna vakstudie start.

Onderwijsinhoud
- beroeps of wetenschappelijke opleiding?
beroepsopleiding
- technisch, medisch of maatschappijgericht?
maatschappijgericht
- welke doelstelling streeft de opleiding na?
De Willem de Kooning Academie is een geheel van hbo-opleidingen voor kunstenaars, ontwerpers en docenten beeldende kunst en vormgeving. Zij streeft naar hoogwaardig kunstonderwijs, waarin de nadruk ligt op een oorspronkelijke, persoonlijke stellingname die gestimuleerd wordt door ideeontwikkeling. (bron: www.wdka.hro.nl)
- in welke verhouding zijn dit kennisdoelen, vaardigheidsdoelen en/of houdingsdoelen?
Doordat dit instituut een academie is staan vanuit het verleden kennis, vaardigheid en mentaliteit met elkaar in evenwicht. Door de recente aansluiting bij Hogeschool Rotterdam is de letterlijke aansluiting met de beroepspraktijk een belangrijker kriterium geworden dan voorheen. Vaardigheden spelen daardoor een steeds belangrijkere rol, hierdoor loopt de academie risico’s als het gaat over vernieuwing, onderzoek en herdefinitie van diezelfde beroepspraktijk.
- zijn de doelstellingen duidelijk, volledig en meetbaar?
Competentiemodellen zorgen voor meetbaarheid, de koppeling en inzet naar het onderwijs is een belangrijk aandachtspunt.
- in hoeverre is de koppeling gemaakt tussen de onderwijsinhoud en doelstellingen?
Momenteel in ontwikkeling.
- zijn alle betrokkenen op de hoogte van de doelstellingen van de opleiding?
Doordat er op dit moment veel onderwijsinhoudelijke veranderingen zijn, is niet iedereen op de hoogte van de doelstellingen.
- hoe is de aansluiting op het werkveld?
Een twee-of meer-ledige vraag omdat naast aansluiting onderzoek, herdefinitie en ontwikkeling belangrijke kernwoorden zijn. Zie voorgaande punten.
- hoe is de aansluiting op de vooropleiding van de studenten?
Verschillend per student (wel hoofdlijnen definieerbaar als voortgezet onderwijs, havo/vwo en middelbaar beroepsonderwijs)

Bestuur
- is het bestuur inhoudelijk geïnteresseerd in het onderwijs of bestuurd het de opleiding zonder interventie in het onderwijs (en onderwijsvernieuwing)?
Zou de tweede optie moeten zijn waarbij zij een controlerende attitude aannemen, specialisten aanwijzen om de inhoudelijke koers uit te zetten en controleren het docententeam op een succesvolle manier opereert.
- op welke grond beoordeelt het bestuur (het succes van) onderwijsvernieuwing?
Op dit moment niet duidelijk, formulering hiervan naar alle betrokken partijen
(zie leerdoelen en andere didactische kaders) is noodzakelijk.

Docenten
- zijn docenten gewend om bij elkaar in het klaslokaal te kijken?
Nee, alleen tijdens samenwerkingen, projectweken en integrale beoordelingen wordt er gezamelijk geopereerd.
- vindt er intervisie plaats binnen de opleiding?
Nee, niet vanuit een structuur. Docenten zijn wel geneigd problemen binnen hun onderwijs aan te kaarten tijdens docentenoverleg alleen wordt vaak een student hierbij centraal gesteld, niet het eigen onderwijs of onderwijssituaties.
- sfeer binnen het docententeam
Er bestaan verschillende kampen vanuit de verschillende ontwerp opvattingen, dit is een positieve situatie omdat hier vanuit een gezonde discussie te voeren is. Deze discussie is noodzaak om het onderwijs continu te toetsen en door te ontwikkelen, zeker in relatie tot de constant veranderende beroepspraktijk.
- werken docenten autonoom?
Verschilt per situatie en vak, binnen ieder jaar is er sprake van overleg, in sommige gevallen (tweede jaar thematisch onderwijs en de minors in het derde jaar) worden er gezamenlijk onderwijsprogramma’s ontwikkeld.
- worden vakken door meerdere docenten verzorgd?
Beroeps oriëntatie in het 1e, thematisch onderwijs in het 2e en minoronderwijs in het 3e jaar.
- hebben de docenten een didactische cursus gehad?
Verschilt per docent.
- gemiddelde leeftijd docenten?
In de wervingfolder van de WdKA voor de open dag van 5 november 2005 wordt het docententeam omschreven als een ‘jong’ team. Ik zou willen stellen dat het een gezonde mix is tussen ervaring, inzichten, kennis, specialismen en enthausiasme.
- is de taak van de docenten alleen het verzorgen van onderwijs?
Nee, naast het onderwijs zijn er projecten, projectweken, open dagen, lezingen etc. Daarnaast is er de vereiste beroepspraktijk, en de koppeling hiervan naar het onderwijs.
- worden docenten beloond voor hun onderwijsinspanningen? of wordt er voornamelijk gekeken naar bijvoorbeeld onderwijsresultaten?
Instrumenten hiervoor zijn functionering-gesprekken, persoonlijk ontwikkelingsplan en tijdelijke schaalverhogingen. De inhoudelijke controle op het onderwijs zelf niet of nauwelijks aanwezig.


Posted by Roger Teeuwen at 02:18 PM | Comments (0)

Thematische samenwerking – 1. Analyse 'Thematisch Onderwijs'

1.1
Voor deze analyse heb ik een aantal vragen opgesteld en deze voorgelegd aan de betrokken docenten, Renate Boere (Grafisch Ontwerpen), Louis van der Linden (Ontwerpen Digitale Media) en Jan Willem Stas (Typografie).
Het doel is inzicht te krijgen in het functioneren van het thematisch onderwijs.


#1 Een van de eerste doelen van het thematisch onderwijs was dat de onderzoekstijd voor de student minder zou worden en hij/zij deze tijd in de ontwikkeling van de opdrachten kon steken. Wat is jullie ervaring hiermee?
Werkte dit inderdaad positief?

Renate Boere: Voor sommige studenten wel. Deze studenten zaten geheel in het onderwerp en konden de informatie gebruiken om deze op verschillende manieren toe te passen. Voor andere studenten was het moeilijker. Vooral omdat zij binnen dit thema niet op ander ideeën kwamen.

Louis van der Linden: Omdat er gewerkt wordt met één gemeenschappelijk thema is er zeker sprake van winst, in tijd, maar ook in de mogelijkheden voor verbreding en diepgang. Er is één onderzoekstocht waarvan de opbrengst op verschillende wijzen gepubliceerd kan worden. Zó wordt het ook inhoudelijk sterker, uitgebreider, van betekenis, ... Positief dus!
Kanttekeningen betreffen het spanningsveld tussen startkwalificaties, een vak-leren (van eenvoudig naar meer complex, van gesloten naar open opdracht, van klein naar groter (geïntegreerd, thematisch)) enerzijds en de meer volwassen vakhouding die ‘vereist’ is bij thematisch werken (meer een 3de jaars activiteit, derhalve?)
Het feit, bijvoorbeeld, dat bij thema 2 R = R(otterdam) een boek (gekoppeld aan het vakaanbod) een verplichte wijze van publiceren is, richt/beperkt mogelijk het onderzoek? Ik hoor dit althans bij/van een aantal studenten. Zou het beter zijn
de studenten zèlf de wijze van publicatie, op basis van het onderzoek en de uitkomsten, te laten bepalen?

#2 De koppeling tussen de vakken zou een ‘gesprek’ tussen de studenten naast de lessen over het onderwerp bevorderen. Wat is jullie ervaring hiermee?

R.B.: Dit is nog niet voorgekomen.

L.v.d.L.: Door de ruimere aandacht voor het thema zijn de
studenten er ook echt en inhoudelijk mee bezig. Niet alleen bij de onderzoekstocht, maar zeker ook tijdens en n.a.v. de concept-, realisatie- en presentatiefase van de media-uitingen verwacht ik het nodige gesprek, discussie!


#3 Is er sprake van dat studenten kennis van het ene vak naar het andere meenemen en inzetten? Als dit niet zo is, zou dit belangrijk moeten zijn?

R.B.: Ja, daar is sprake van vooral als het gaat om praktisch handelingen, maar dit zou echter veel beter kunnen. Naar mijn idee ook belangrijk.

L.v.d.L.: Jammer dat je nu ineens spreekt en uitgaat van vakken. Ik merk dat bij de studenten ook nog te sterk. Mede door de hoge eisen (naast hoofdopdrachten ook nog extra korte opdrachten e.a.) door GO gesteld, is er toch al makkelijk sprake van HOOFDVAK GO en de bijvakken Interactief Ontwerpen en Typografie (zelfs ondersteunend en vaardigheidsvak genoemd!?). In de geest van het thematisch werken, maar vooral vanuit mijn opvattingen over Grafisch Ontwerpen c.q. de Grafisch Ontwerper (Ontwerper Media & Communicatie), zie ik het meer als “allen en vanzelfsprekende inzet van/als grafisch ontwerper”! De tentoonstelling zoals jij en Renate die ingericht hadden, ademde
overigens wel die sfeer en instelling. PERFECT!
///
Uit het prg Interactief Ontwerpen:
(...) “In alle ontwerpdisciplines nemen de toepassingen in de digitale media toe. Naast vormgeving voor de gedrukte media zijn de digitale media - het internet, televisie, een cd/dvd-rom productie - dè grote uitdaging en het werkterrein voor ontwerpers. Het is bij uitstek hun gebied omdat zij in staat zijn:
> informatie en technologie toegankelijk en bruikbaar te maken,
> verhalen, boodschappen en problemen op en heldere en originele manier vorm te geven en beeldend te maken,
> media te gebruiken om informatie te verstrekken.
De inhoud van en aanpak bij Ontwerpen voor Digitale Media worden bepaald door:
> Het gemakkelijk en vanzelfsprekend gebruikmaken van media bij en als final output van het ontwerp(en).
> Media zien als een uitnodigende, inspirerende optie voor expressie en informatie¬overdracht.
Trefwoorden: de les gebruiken als creatief laboratorium, tot leven wekken en beroeren, innovatief en ontdekkend, visuele alchemie, interactie, niet-lineaire navigatie, inhouden met gebruik van tekst, beeld, animatie, geluid en video. Ontwerpen voor Digitale Media is in de eerste plaats een ontwerpvak.” (...)

#4 Een meer open vraag is of de structuur zoals de thema’s nu ontwikkeld worden (initiatief vanuit Grafisch Ontwerpen) goed is. Als dit niet zo is zou er dan een instument voor moeten ontwikkeld worden en waar zou dit dan aan moeten voldoen?

R.B.: De betrokkenheid wordt veel groter als meerdere docenten mee zouden denken aan een thema.

L.v.d.L.: De structuur gaat uit van competenties m.b.t. het vak. Ik denk dat dit een goed uitgangspunt is. Mooi zou zijn als er een doorlopend plan over/ voor de opleiding van de semesters 1 t/m 6 ontwikkeld zou worden. De thema’s in de semesters 5 en 6 worden nu anders gekozen en benaderd, is mijn indruk.

#5 Is de koppeling tussen de drie vakken voldoende of is het belangrijk dat er ‘meer’ vakken gekoppeld worden?

R.B.: Voldoende voor tweede jaar onderwijs.

L.v.d.L.: Met het huidige cluster is het goed werken. Een ruimere participatie (idee- en beeldontwikkeling) zou, vanuit de thema-gedachte logisch/vanzelfsprekend zijn. Maar voor de semester 3 en 4, met aanvangsmodulen, wordt de consensus tussen specifiek en gericht vakaanbod, en geïntegreerd steeds moeilijker. Voor de semesters 3 en 4 niet teveel vergroten derhalve?

#6 Denken jullie dat er mogelijkheden zijn om koppelingen te maken tussen tweede en derde jaars thema’s?

R.B.: Thema’s bedenken over 4 semesters is interessant. Samenwerking van studenten 2e en 3e jaar ook (projectweek). Tegelijkertijd thema’s uitwisselen zonder intensieve samenwerking lijkt zinloos, mits competentie gevoel wordt gestimuleerd door presentaties aan elkaar te geven.

L.v.d.L.: Vergelijk ad #3, #4 en #5

#7 Onderdeel van mijn project is de ontwikkeling van een derde thema, hebben jullie suggesties voor onderwerpen?

R.B.: Omgang en inzetbaarheid van informatie (vakinhoudelijk thema 3):
- milieu: luchtveronreiniging, co2, milieu ramp Engeland (Hemel Heamstead)
- Zeebelt/DCR?

L.v.d.L.: Ik hoorde van studenten dat ‘de stad wel erg populair is’ als uitgangspunt. Zij zouden al drie keer met een dergelijke ingang gewerkt hebben. Het wordt dus tijd de blik te verleggen, verruimen?
Thema’s voor het tweede semester:
> Document Nederland
Dierbaar ... Over de relatie tussen mens en dier.
> Dans(en)
> Gezinnen anno 2005
> Vuil
Over vuilverwerking, milieustraten e.d.
> Water(management)
> Drink (niet) meer!
> Altijd en overal in beeld
Over bescherming en veiligheid, cameratoezicht, bewakingscamera’s, (schending van) privacy, vormen van ‘watching you’
> Typografie in de Ruimte
> Presentatie Berlijn en ODM-specifieker,
> Interactive Poetry
Moving Type
Designing for Time and Space
> Digital Storytelling
Interactive nonlinear narration
Databased tagged film; nog niet aan een thema gekoppeld


1.2

Voor het tweede deel van de analyse heb ik in samenwerking met Renate Boere de studenten van klas 2a en 2b grafisch ontwerpen een evaluatie-vraag voorgelegd. De vraag was wat zij vonden van deze, nieuwe, thematische aanpak. Hier volgt een overzicht van de belangrijkste bevindingen (fragmenten uit deze evaluatieformulieren, deels citaat (“...”) en deels door mezelf opnieuw verwoord):

positief

- Inleidende les werkt inspirerend, de verschillende perspectieven zetten je aan het denken; de mogelijkheden worden duidelijk. “Eerst leek het me een beetje saai om zo lang rond een thema te werken, maar het bleek eigenlijk heel interessant te zijn.”
- Door het inzicht in de planning werk je intensiever, het is duidelijk wat de structuur en het doel is.
“Overzichtelijk en duidelijk, groot verschil met losse niet samenhangende onderwerpen/opdrachten.”
- Mogelijkheid tot verdieping doordat met de eerste opdracht inzichten worden verkregen die in de tweede verder ontwikkeld kunnen worden, het verband tussen de opdrachten wordt waardevoller.
- Doordat je bij de verschillende vakken verschillende opdrachten krijgt wordt het thema breed belicht, “je bent niet drie maal met dezelfde opdracht bezig”.
- Door de combinatie van verschillende vakken en dus media is de mogelijkheid dat er de ‘grens’ van een thema wordt opgezocht. “Interessant om de grenzen van de opdracht binnen het thema op te zoeken; hoe kan je iets anders/op verschillende manieren benaderen of verwerken?”
- Studenten zien in sommige gevallen het thema als een lange opdracht verdeeld in sub-opdrachten.
- “Doordat iedereen met het thema bezig is steek je er veel van op.”
- De thematische structuur kan bij de schouw en integrale beoordeling spannend werken, presentatie van de verschillende thema’s. Dit kan zelfs in je portfolio doorwerken.
“Bij elke opdracht is het hoofdthema dan wel ‘Grens’, maar je geeft er telkens toch een karakter aan. Ik heb niet het idee dat ik met één ding bezig
ben geweest; maar meer met zelfstandige dingen.”

negatief

- Fotografie en beeldmaken speelde een belangrijke rol bij de opdrachten van Grafisch Ontwerpen, hierdoor kwamen andere aspecten minder aan bod (bv. typografie).
- Niet alle opdrachten waren evenveel verbonden met het thema.
- De eerste opdracht werd als het meest ingewikkeld ervaren.
- Als de eerste opdracht niet goed gaat is het lastig met een open blik aan de tweede te beginnen.
- “Doordat je bij drie vakken met hetzelfde thema bezig bent kun je dit na verloop van tijd als een beperking gaan ervaren, je blijft hierdoor sneller in je eerste idee hangen.”
- Er komt bij een aantal studenten een moment wat zij omschrijven als ‘uitgekeken’ zijn op het thema (wanneer zij hier echter doorheen breken verassen ze zichzelf in een aantal gevallen).
- Een thema geldt voor 8 weken, wanneer een thema je niet ‘ligt’ is dit lastig doordat dit langer is dan een opdracht voorheen. Twee maanden is de maximale looptijd van een thema, je hebt het idee dat je alle invalshoeken hebt gehad.
- Verschil van nadruk bij de verschillende vakken, bij typografie speelde het thema een kleinere rol dan bij Grafisch Ontwerpen en Ontwerpen Digitale Media.
- “De dynamiek van verschillende opdrachten bij verschillende vakken verdwijnt door thematisch werken.”


1.3

Aantal positieve en negatieve bevindingen naar aanleiding van de eerst 8 weken thematisch onderwijs (1 thema: ‘Grens’):
(bron: hiervoorgaande interviews met docenten Grafisch Ontwerpen, Typografie en Ontwerpen Digitale Media en de evaluatie van studenten)

positief

- De introductie lessen zorgen voor een groter inzicht in een bepaalde themathiek doordat er meer tijd voor beschikbaar is dan voorheen én voor een echt startmoment.
- Het ‘gesprek’ tussen studenten buiten de lessen om wat vooraf verwacht werd kwam inderdaad op gang. Wel belangrijk hierbij op te merken dat deze een andere dynamniek heeft dan bijvoorbeeld een projectweek, waar de concentratie en de snelheid door het korte tijdsbestek hoger zijn.

- Meer mogelijkheden voor verbreding en vooral diepgang.
- Student krijgt inzicht in de gelaagdheid van één enkele themathiek, dit inzicht is een belangrijk onderdeel van het vak. (Bijvoorbeeld in het eindexamen is vaak de vrees dat wanneer er voor één bepaalde themathiek is gekozen de mogelijkheden beperkt zijn. Dit is niet zo, het gekozen kader genereert juist de mogelijkheden.)
- Betere onderbouwing voor de keuzen in het ontwerp proces, begeleiding kan specialistischer.

-Mogelijkheid tot symbiose van de verschillende vakken: deze koppeling zorgt voor een meer realistisch beeld t.a.v. de werkelijkheid.

- Door het eindigen met een ‘event’ (de open dag) wordt het thema werkelijk.

negatief

- Spanningsveld tussen startkwalificaties, een vak-leren enerzijds en de meer volwassen vakhouding die ‘vereist’ is bij thematisch werken.

- Tijdens het eerste thema waren de verbinding tussen de verschillende vakken soms slechts op detailniveau aanwezig.

- De ontwikkeling van de verschillende opdrachten rond een thema verdient veel aandacht, het risico is dat er te weinig verband is.
- De volgorde van de verschillende opdrachten rond een thema dient zorgvuldig te gebeuren, zodat niet begonnen wordt met de meest ingewikkelde.

- Ontwikkeling van de thematieken gebeurde niet vanuit de samenwerking van het hele team maar ontstond bij een deel van de docenten.
- Geen tussentijds overleg welke een doorontwikkeling mogelijk maakt.


Posted by Roger Teeuwen at 02:17 PM | Comments (0)

Thematische samenwerking – 2. Conclusies naar aanleiding van de analyse

Gebleken is dat algemeen gesteld kan worden dat zowel studenten als docenten voordelen zien ten aanzien van thematisch onderwijs. Wel dienen hier een aantal kanttekeningen bij gemaakt te worden. Wanneer er onder de juiste voorwaarden wordt gewerkt zal inderdaad het vooraf gestelde doel gehaald worden.

De onderwijsvisie die nagestreefd wordt is het idee dat er vanuit overlapping en concentratie er voor de student meer ruimte is voor ontplooïng. In het verleden merkten we dat de studenten voor ieder afzonderlijk vak volledige (ontwerp-) processen doorlopen moesten worden. We hadden het idee dat er vooral in de eerste fase (onderzoek, concept - deels) winst geboekt kon worden. Door te gaan werken vanuit een thema doet de student slechts een maal onderzoek waarna er per vak specifieke vragen kunnen worden gesteld. Bijkomend doel is dat er sneller een ‘gesprek’ naast de lessen op gang komt.

De belangrijkste voorwaarden zijn:

Ontwikkeling van een thema (docenten):
- Betrokkenheid bij themathiek
- Tussentijds overleg (doorontwikkeling)
- Gelijke startkwalificaties
- Beoordelingscriteria

Studenten:
- Aansluiting op eerste jaar/voorgaande thema
- Introductieles
- Volgorde opdrachten

Doelen in de toekomst:
- Symbiose van verschillende vakken
- Ruimere participatie (idee-en beeldontwikkeling)


Posted by Roger Teeuwen at 02:16 PM | Comments (0)

Thematische samenwerking – 3. Ontwikkeling van ideeën/verbeteringen

Uit het hiervoorgaande blijkt dat er een aantal voorwaarden zijn waaraan voldaan moeten worden om tot succesvol thematisch onderwijs te komen. Op dit moment wordt hier ten dele aan voldaan. Ik zal de voorwaarden een voor een bespreken zodat inzicht wordt verkregen in de mogelijkheden.

Betrokkenheid bij de themathiek (docenten)
Wanneer elke docent betrokken is bij de de ontwikkeling van de themathiek, zullen ‘ideeën’ verder ontwikkeld kunnen worden vanuit ieders specialisme. De noodzaak om daarna verantwoordelijkheid te nemen voor het desbetreffende thema zal groter worden. Vanzelfsprekend zal het zo zijn dat een docent meer of minder betrokken kan zijn bij de daadwerkelijke ontwikkeling, dit is geen direct probleem. Voorstelbaar is dat er een structuur wordt opgezet waarbij er ‘klankbordmomenten’ zijn ingebouwd. Vooraf zal moeten worden bepaald waar de mogelijkheden bestaan t.a.v. een thema en de verschillende vakken. Een goed voorbeeld hiervan is het tweede thema ‘De Stad en zijn verhaal’ waar bij Grafisch Ontwerpen een lineair project (een boek) en bij Ontwerpen Digitale Media een non-lineair project wordt ontwikkeld. Dit zorgt voor een duidelijke meerwaarde en nieuwe inzichten.

Tussentijds overleg (doorontwikkeling) (docenten)
Een belangrijk moment wat op dit moment niet bestaat is een tussentijds overlegmoment waarin wordt gecontroleerd of de aansluiting van de verschillende vakken en opdrachten succesvol is. En waar zo nodig aanpassingen gemaakt kunnen worden. Voorstelbaar is dat de verschillende vakken in elkaars ‘vaarwater’ komen waardoor de specialismen van de verschillende docenten niet optimaal gebruikt worden.

Gelijke startkwalificaties (docenten)
Doordat er bij drie vakken tegelijkertijd een startmoment is van het thema is het belangrijk dat deze gelijk wordt omschreven en ingezet. Tot nu toe is het zo dat de introductieles bij het vak Grafisch Ontwerpen is, de vraag is of dit op deze manier het beste werkt. Hierdoor zou het kunnen zijn dat vanuit het perspectief van de student er een verschil is tussen het gewicht van het thema bij de verschillende vakken. Aan te raden is dat er een ‘algemeen’ startmoment bestaat waarin het thema wordt ingeleid. Dus over de individuele vakken heen met de aanwezigheid van de verschillende docenten.

Beoordelingscriteria (docenten)
Op dit moment zijn de beoordelingscriteria per vak duidelijk, alleen is het onduidelijk hoe nu deze projecten naast elkaar gaan worden beoordeeld. Evenals het startmoment gezamelijk zou moeten zijn is het voorstelbaar dat ook het beoordelingsmoment gezamelijk bestaat. De student presenteert zijn of haar verschillende projecten naast elkaar aan de docenten. Op dit moment zal dit bij de ‘schouw’ (halfjaarlijks integraal toetsmoment) gaan gebeuren, hier zijn echter alle vakken aanwezig.

Aansluiting op eerste jaar/voorgaande thema (Studenten)
Zoals de startkwalificaties gezamelijk ontwikkeld dienen te worden is een goede aansluiting op het eerste studiejaar van belang zodat het juiste niveau wordt ingezet. Communicatie tussen eerste jaars vakdocenten en tweede jaars docenten is hiervoor een zinnig hulpmiddel. Een eerste vergadering hierover heeft in november 2005 plaatsgevonden. Aan het einde van ieder studiejaar is een soortgelijke evaluatie van het jaar belangrijk. Hierbij kan gekeken worden welk niveau er gehaald is en hoe het volgende jaar kan worden ingezet. Een hulpmiddel hiervoor kan zijn de aanwezigheid van een tweedejaars docent bij de integrale beoordeling aan het eind van het eerste jaar (en zo zou ook de aansluiting van het tweede en het derde jaar kunnen werken). Ten tweede is de aansluiting van de vier thema’s binnen het tweede jaar. Op dit moment zijn de vakgerichte thema’s binnen het vak grafisch ontwerpen een leidraad (Vakgerichte thema’s; 1. Omgang en inzetbaarheid van informatie, 2. Reportage en redactie, 3. Cultuur en maatschappij, 4. Identiteit en positie bepaling). Maar hiernaast is het belangrijk dat er geen dubbelingen zijn met het eerste en het derde jaar. En dat er in het geheel van de vier thema’s in het tweede jaar een ‘groter’ verhaal ontstaat, hiermee bedoel ik dat er bij de vier thema’s vanuit een bepaald perspectief (maatschappelijk, economisch, cultureel) geen herhaling merkbaar is.

Introductieles (Studenten)
Al vaker eerder genoemd en ook al beschreven bij ‘startkwalificaties’. Vanuit het perspectief van de student is het belangrijk dat er verschillende invalshoeken worden aangeboden, van ‘groot’ naar ‘klein’. Hierdoor krijgt de student inzicht in de mogelijkheden binnen een thema en tegelijkertijd onstaat voor hem of haar de noodzaak een eigen positie te bepalen. Een groepsgesprek aan het einde van de introductieles kan de student leren dat er verschillende posities mogelijk zijn.

Volgorde opdrachten (Studenten)
Thema’s kunnen, ondanks dat de introductieles inzicht heeft gegeven, ingewikkeld of groot zijn. Wanneer er met verschillende opdrachten binnen een thema gewerkt wordt dient het de aanbeveling dat er gestart wordt met een meer verkennende opdracht en er opgewerkt wordt naar een meer
diepgaande opdracht(en).

Symbiose van verschillende vakken(toekomst)
Momenteel komt er naar voren, zie het interview met de docenten, dat er bij zowel docenten als studenten de definitie van verschillende vakken een belangrijke rol speelt. Docenten hebben de taak studenten inzicht te geven in de gelaagdheid van het ontwerpersschap (een voorbeeld hiervan is de inrichting van de WdKA Open Dag) zonder hierin uitsluitend te zijn. Wanneer er doorgedacht wordt over de status van de grafisch ontwerper, het ontwerp en medium zijn contextafhankelijk, en thematisch onderwijs is de vraag of de formele scheiding van de vakken die nu bestaat niet veel vrijer zou moeten worden benaderd. Binnen de huidige situatie, 10 uur begeleidingstijd per week, zijn er ongeveer 45 studenten en 4 docenten met ieder hun eigen specialisme.
Wanneer een student in plaats van de huidige structuur waarbij contactmomenten vakbepaald zijn zou kunnen kiezen in het soort begeleiding naar aanleiding van het ontwikkelde concept zouden contactmomenten nog steeds bestaan maar is er een scheiding denkbaar in het proces. Wanneer de student een concept heeft ontwikkeld en een medium heeft gekozen zou deze student het specialisme van een specifieke docent in kunnen zetten in de begeleiding van een project. Het doel hiervan is dat een student inzicht krijgt in de status van de verschillende onderdelen van het ontwerpersschap en dat verschillende talenten en vaardigheden ontwikkeld dienen te worden. Tegelijkertijd wordt duidelijk dat het zoveelgenoemde ‘handschrift’ en/of ‘ontwerphouding’ een van de belangrijkste eigenschappen van iedere ontwerper zijn. Wel dient hierbij opgemerkt te worden dat dit aan het einde van het tweede jaar succesvoller zal werken dan aan het begin, de student zal eerst een aantal vaardigheden in inzichten dienen te verwerven om bewust tot een dergelijke uitspraak te komen.
Belangrijke kanttekening bij dit alles is of een dergelijke situatie mogelijk is in het tweede jaar, probleem kan zijn dat een student te weinig houvast heeft en zich daardoor niet breed genoeg ontwikkeld. Dit kan dan weer zorgen voor een problematische aansluiting naar het derde jaar. Een doorontwikkelde structuur lijkt noodzakelijk voor de uitvoering van een dergelijk systeem.

Ruimere participatie (toekomst)
Op dit moment is het thematisch onderwijs beperkt tot drie vakken, hierdoor ontstaat er een verschil tussen deze en de andere vakken. Wanneer de structuur uitgewerkt en getest is (we zitten nu bijna halverwege het eerste jaar van invoering), is het interessant te kijken bij welke vakken aansluitingsmogelijkheden zijn. Zowel theorie als praktijkvakken kunnen hierbij interessant zijn. Theorie omdat er dan een theoretisch kader geboden kan worden naast het praktijkonderwijs (vb. theoriedocent Erna Flokstra, projectweek ‘Hot Spot’, december 2005) waardoor de student sneller inzicht verkrijgt t.a.v. een onderwerp (sneller dan wanneer hij/zij zelf onderzoek doet). Praktijkvakken wanneer bijvoorbeeld de component ‘Beeldontwikkeling’ blijkt te missen in het spectrum van vakken of te worden overgenomen door bijvoorbeeld Grafisch Ontwerpen waardoor dit te specifiek wordt (de betekenis, context en het doel van communicatie staan bij dit vak centraal).
Hieruit voortvloeiend ontwikkeld zich de noodzaak voor een doorlopend plan over/voor de opleiding van semesters 1 t/m 6 te ontwikkelen. Naar aanleiding hiervan zullen verschillende specifiekere consequenties kunnen worden genomen.


Posted by Roger Teeuwen at 02:15 PM | Comments (0)

Thematische samenwerking – 4. + 5.

In mijn plan stelde ik dat ‘Ontwikkeling van de vaste structuur’ en ‘Ontwikkeling van inhoudelijke thema’s voor de toekomst’ twee belangrijke onderdelen waren van mijn ontwerpopgave. Door het onderzoek ben ik er achter gekomen dat de inhoudelijke vaste structuur behoorlijk op de rails staat. Er zal een vergadering belegd moeten worden waarin drie punten besproken moeten worden.
Als eerste de tussentijdse evaluatie (of eigenlijk welk communicatiemodel gehanteerd gaat worden). Ten tweede op welke manier met beoordelingen omgegaan dient te worden. En ten derde, en dit brengt mij direct op de ontwikkeling van nieuwe thema’s, hoe wij als team samen nieuwe thema’s gaan ontwikkelen. Als ik zoals ik van tevoren heb voorgesteld een of meerdere thema’s ga ontwikkelen is er nog steeds geen sprake van samenwerking. Terwijl dit nu juist het thematisch onderwijs ten goede zal komen, de eerder genoemde betrokkenheid van docenten zal een grotere invloed krijgen en het thematisch onderwijs zal een positieve meerwaarde bieden aan de ontwikkeling van de student in het tweede jaar.


Posted by Roger Teeuwen at 02:14 PM | Comments (0)

September 16, 2005

Tentoonstelling WdKA 2e jaar 2004-2005

Overzichtstentoonstelling van het werk van tweede jaars studenten grafisch ontwerpen 2004-2005 in de Willem de Kooning Academie Hogeschool Rotterdam. Expositie: maandag 5 t/m vrijdag 16 september 2005

wdka05.tent.01.jpg

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 07:07 PM | Comments (0)

Lesaanbod Grafisch ontwerpen | 2005/2006 | Studiejaar 2

Lesaanbod Grafisch ontwerpen
Jaargang 2005/2006
Studiejaar 2
Docenten Renate Boere (rboere@xs4all.nl) & Roger Teeuwen (rtgo@xs4all.nl)

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 12:15 AM | Comments (0)

March 15, 2005

‘Touristic adventures since Twothousandandthree’ (Deel 1/Part 1)

Opdracht/Assignment ‘*#8’

Deze opdracht zal starten met een lezing van Martin Lorenz op donderdagavond 7 april om 20.00 in Theater Zeebelt, Den Haag.
VERPLICHT DUS ZORG DAT JE HIER BIJ BENT!

Martin Lorenz is een ontwerper/art director die het project "TheOneWeekendBookSeries" heeft bedacht. In dit project geeft hij zichzelf en een kunstenaar die hij vraagt 48 uur de tijd om een stad te ervaren, te documenteren en een visiueel dagboek te maken van deze stad (en 48 uur) zonder gebruik te maken van een computer. Dit resulteert in een document waarin de zoektocht naar de visuele representatie en definitie van een stad zijn gevangen.

Dit wordt ook jullie opdracht. Kies een stad die je niet of nauwelijks kent en gebruik deze stad als basis voor drie beelden die je zonder gebruik te maken van een computer samenstelt. Denk vooral na hoe je de gekozen stad wil representeren en wat je belangrijk vind om in beeld te brengen. Omdat je drie beelden moet maken kun je nadenken over de betekenis van een reeks. Probeer vooral voorbij het cliché te denken!

Deze drie beelden gaan in een vervolgopdracht een belangrijke rol spelen.


Formaat A2 staand
Zwartwit/kleur


Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 07:10 PM | Comments (0)

Willekeurig | Eendagsvlieg | NL

Opdracht ‘*#7’ Willekeurig
Ga naar de bibliotheek, kies willekeurig een verdieping, loop 40 seconden op deze verdieping rond en pak dan het boek wat je het eerste ziet. Twijfel niet!
Ontwerp voor dit boek een nieuw omslag.

Opdracht ‘*#7’ Eendagsvlieg
Ontwikkel een eendagsvlieg en zorg ervoor dat deze vrijdag 8 april bestaat!

Opdracht ‘*#7’ NL
Ontwerp een nieuwe vlag voor Nederland.


Posted by Roger Teeuwen at 07:07 PM | Comments (0)

‘Virus’

Opdracht/Assignment ‘*#6’

Leerdoelen:
- Meningsvorming rond bepaalde themathiek ontwikkelen
- Oefenen van conceptuele vaardigheden
- Trainen van nadenken in communicatie van een boodschap
- Ontwikkeling van ontwerpvaardigheden
- Ontwikkeling van presentatievaardigheden

Elke (informatie)structuur is gevoelig voor virussen. Bekend zijn de virussen die regelmatig via het internet verspreid worden. Maar ook stickers, graffiti, tagging zijn vormen van virussen. Middelen om bepaalde fenomenen/problematieken zichtbaar te maken. Zoals een virus bedoeld kan zijn om de hegemonie van Microsoft te doorbreken werkt graffiti als een verduidelijking van stedebouwkundige hiaten. Maar misschien is een virus ook wel een icoon of persoon die of dat zich vaak manifesteerd.
Ontwikkel een ‘virus’ die een zelf te kiezen fenomeen/problematiek aan de kaak stelt. Dit kan gaan van een bepaald fenomeen binnen de ontwerpwereld tot een maatschappelijk fenomeen, een belangrijke afweging hierbij is dat JIJ vindt dat het gekozen fenomeen verandert of verduidelijkt moet worden: aktie!
Onderzoek vooral de onderstaande links om een beter beeld van het 'alternatief' te ontwikkelen en te ontwerpen.
Voor de duidelijkheid: er hoeft dus niets 'geprogrameerd' te worden, echter wel op visueel en conceptueel niveau!

Every (information)structure can be damaged by virusses. Well known examples are the virusses spread through the internet. But stickering, graffiti, tagging are forms of virusses. In a more general description are these tools to make certain fenomena/issues visible. Examples are a virus which shows the supremacy of Microsoft or graffity which stresses problems in urban planning. But a virus could also be an icon or person which or who displays itself regularly.
Develop a 'virus' which emphasises a certain self chosen phenomenen or problematic situation. This could relate to the design-world as wel as broad social issue. Important is your relation with the subject, the urge to change is essential! Action!
Check links to get a better idea of the 'alternative' which could help you in developing an design.
To be clear: nothing needs to be litrally 'programmed', only on visual and conceptual level!

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 07:05 PM | Comments (0)

‘Visuele vertaling van een woord’

Opdracht ‘*#5’

Leerdoelen:
- Oefenen van conceptuele vaardigheden
- Trainen van ontwikkeling van communicatie rond een thema
- Trainen van nadenken in communicatie van een boodschap
- Ontwikkeling van ontwerpvaardigheden
- Ontwikkeling van presentatievaardigheden


Kies een van de onderstaande woorden en maak een affiche waarbij het woord zelf er niet staat maar het toch duidelijk dat het over dit woord gaat. Maak gebruik van zowel tekst als beeld.

analyse
bijschrift
infographic
verwarring
ontsluiten
verklaren
waarheid
enkelvoudig
gebruiksrecht
dualiteit


Programma van eisen:
- Formaat A2
- Zwart-wit of kleur

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 07:04 PM | Comments (0)

‘Make a suggestion’

Opdracht ‘*#4’

Learning targets:
- Development of an idea/opinion related to a large organisation
- Training in communication of a message
- Development of designing skills
- Development of presentation skills

Designer Martijn Engelbregt adresses through his organisation ‘de dienst’ every citizen of the Netherlands to develop a work of art and a new logo for the Tweede Kamer (government, Lower House). There is only one restriction to the work of art/design (and the logo) and this is the realisation-budget, which is 16 million eurocent (one cent for every citizen of the Netherlands). A number of locations are designated which you can choose from, the Inquiryhall, the Garden, the former State-archive, the former ministery of Foreign affairs, the underpass to the Lower House, the facade, the entrance, the square or a different location which you can choose yourselve.
Determine what you want to discuss in the Lower House through an work of art in which communication is the keyword. Think about actual social issues, the meaning of democratie, the concept of house of representatives, comparison within a society etc.
The new logo can be developed independly or in relation with the artwork/design. Condition with the assignment is that you consider how to actual make the work/design, through an spatial design (for example a photocollage of maquette). Make sure a clear impression exists of you’re work/design. For the logo you need to make at least tree implementations of the logo, in different publications, media etc.

Programm of demands:
- Development of an artwork (in which communication is the main keyword)
- Development of a logo for the Lower House
- Visualisation of the artwork in the chosen enviroment
- Implementation of the logo in three different publications/media

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 07:03 PM | Comments (0)

Ophef | Discuss

Opdracht ‘*#3’
Kies een onderwerp waar jij je over opwindt/verbaast/druk over maakt/ onder de aandacht wil brengen en maak hiervoor een advertentie in de Volkskrant.
Deze advertentie zal worden geplaatst op de voorpagina van de uitgave van vrijdag 19 november. Presenteer je advertentie dan ook in deze krant!
Presentatie en beoordeling vrijdag 19 november (dus in een week af!).

Technische gegevens:
– Zetspiegel. Gestandaardiseerde zetspiegel 1/1 pagina, breedte 398 mm x hoogte 550 mm
– Gegeven hoogte 50 mm
– Kolombreedte
Advertentiepagina's: aantal kolommen (maximaal 10) x 40 mm - 2 mm
Redactiepagina's: aantal kolommen (maximaal 8) x 50 mm - 4 mm
– Zwart-wit
(dus de hoogte staat vast, 50 mm, de breedt mag je zelf bepalen, gebaseerd op de kollommen)

Assignment ‘*#3’
Choose a subject which exites/worries/amazes you and where you want to say something about. And design a advertisment for this subject which will be placed in the Volkskrant.
This advertisment will be placed on the front page of the issue of friday november the 19th. Present you’re advertisment in this newspaper!
Presentation friday the 19th (so a one week assignment!)

Technical data
– Standard printspace 1/1 page, width 398 mm x height 550 mm
– Fixed height 50 mm
– Kolomn width
Advertisment pages: number of collumns (max 10) x 40 mm - 2 mm
Content pages: number of collumns ((maximaal 8) x 50 mm - 4 mm
– Black and white
(so teh height is fixed, 50 mm, the width you can decide yourself, based upon the collumn width)


Posted by Roger Teeuwen at 07:02 PM | Comments (0)

November 08, 2004

Projectweek | FEAR/NO FEAR

In de periode vanaf 09/11 tot nu is er in een reeks van gebeurtenissen een onveilig gevoel tussen continenten, grenzen, landen en multiculturaliteit onstaan. Veiligheid, kwestbaarheid en reacties hierop door beveiliging, identificatie en steeds verdergaande maatregelen van surveance geven een geheel nieuw beeld van de verhoudingen in de samenleving.

De samenleving lijkt zich steeds meer te reactionair te worden, en 'angst' een terugkerende themathiek. Internationale betrekkingen en de hiermee samenhangende positiebepaling manifesteren zich steeds nadrukkelijker en de invloeden hiervan zijn zelfs direct op micro-schaal merkbaar. Tegelijkertijd legt de media verslag en analyseert, ieder event wat in verbinding staat met een vorig 'mediageniek' event wordt uitgebreid gecoverd. Wanneer deze verbinding ontbreekt ontstaat er óf een concurrentiestrijd tussen de verschillende media-aanbieders óf het event 'bestaat niet', d.w.z. er wordt geen verslag gelegd. De verhoudingen (op groot en klein niveau) binnen onze maatschappij lijken steeds scherper tegen elkaar afgezet.
Vanuit deze situatie is het interessant een reactie te ontwikkelen: de reactie van een communicatiedeskundige. Een communicatiedeskundige als onderdeel van het media-apparaat maar tegelijkertijd ook als criticaster. Is het mogelijk een uitspraak te formuleren op basis van deze situatie?

In de projectweek zal een onderzoek gedaan worden naar de nieuwe verbeeldende 'weapons' welke vanuit grafisch ontwerpen en visuele journalistiek, ontwikkeld kunnen worden. Het zal zowel gaan over terrorisme, idealisme alsook pamfletisme en de poezie achter een nieuwe visuele beeldcultuur te ontwikkelen.
Komende week (11 t/m 15 oktober) gaan we deze themathiek vanuit verschillende perspectieven benaderen. Vanuit het perspectief van de ontwerper (Rens Muis, 75b) gaan we een beeldarsenaal aanleggen en uiteindelijk zelf beelden maken. Vanuit het perspectief van de kunstenaar (Jeroen Jongeleen) gaan we een visuele echo van engagement en burgelijk verzet ontwikkelen. Vanuit het perspectief van de fotograaf (Juul Hondius) gaan we reageren op een zelf te kiezen themathiek vanuit de media als geheel. En vanuit het perspectief van de typograaf (Donald Roos) gaan we gaan een krant over verschillende soorten angst maken.

D0.jpg

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 12:25 PM | Comments (0)

September 27, 2004

Silent Wings III

In het weekeinde van 17-18-19 september is op uitnodiging de organisatie 'Maand 9' (Berlicum) en in samenwerking met iD-4 (Den Haag) een ontwerp gerealiseerd op een veld van 40 bij 40 meter. Dit ontwerp is gemaakt door Louise van de Laak (grafisch ontwerpen 2e jaar).
De vraag die door de organisatie gesteld werd was een ontwerp te maken binnen de gegeven oppervlakte met de voorwaarde dat het vanuit de lucht zichtbaar zou moeten zijn. De manier van uitvoering was vastgesteld, het ontwerp wordt uitgegraven en in de lente ingezaaid worden met mais; het ontwerp zou dus langzaam 'groeien'.

Met deze opdracht gingen de twee tweedejaars groepen grafisch ontwerpen onder begeleiding van Renate Boere en Roger Teeuwen aan de slag. Alle mogelijke invalshoeken passerden de revu, van kistkalveren tot terrorisme. Uiteindelijk werden er acht ontwerpen uitgekozen en deze werden op vrijdagavond 17 september in Berlicum aan de jury voorgelegd. Deze ontwerpen moesten de strijd aangaan met inzendingen van ontwerpers en kunstenaars. Uiteindelijk werd het ontwerp van Louise gekozen omdat de aspecten actualiteit en het nadenken over toekomst en verleden erg aanspraken en het ontwerp op een poetische manier tot de verbeelding sprak.

Op zaterdag werd het ontwerp uitgegraven, dit begon met overleg. Daarna verdeling van de groep in gravers, vliegtuigmalmakers en patroonuitzetters. En in een harmonieuze en geconcentreerde werkdag was het beeld (7 vliegtuigschaduwen) gerealiseerd. Om half vijf stond een achteraf zeer relevante uitstap naar Den Dungen gepland waar op dat moment de 60ste herdenking van operatie 'Market Garden', waar Silent Wings een onderdeel van was, bezig was. De engelse veteranen waren voor de laatste officiële herdenking, belangrijk aspect voor Louise in de totstandkoming van het ontwerp, in Nederland. Na overleg met de organisatie werd afgesproken dat de twee bussen met veteranen en hun echtgenotes op weg naar Arnhem, waar een officieel diner gepland stond, even langs het uitgegraven ontwerp zouden rijden. In ieder bus zou een student uitleg geven over het project. Vanaf dat moment kwamen veel elementen samen. Zo bleek dat de kalk die gebruikt was om de vliegtuigen uit te tekenen op het veld in de oorlog was gebruikt om identificatienummers op de vliegtuigen te schilderen. Ook bleek dat het idee wat er was van de organisatie om het ontwerp zaterdagavond officieus te openen door het on brand te steken wel heel dicht bij de werkelijkheid te liggen toen bleek dat na de landing in 1944 de vliegtuigen door de engelse soldaten verbrand waren zodat ze niet in handen vielen van de duitse soldaten. Op het moment dat de bus stopte bij het ontwerp en de veteranen het ontwerp zagen ging er een moment van herkenning, verbazing en applaus door de bus. Ze zagen wat ze voor de laatste keer 60 jaar geleden hadden gezien!
Nadat de veteranen uitgebreid hun bewondering hadden uitgesproken vervolgden ze hun weg. Het ontwerp wer klaargemaakt voor verbranding, de vleigtuigen werden met hooi gevuld en bespoten met petroleum. Een ladder werd overeind gezet en de camera's werden klaargemaakt. Tijdens de verbranding, die maar een paar minuten duurde, leek het alsof iedereen werd teruggeplaatst in de situatie van 60 jaar geleden. De rook, het vuur, mensen die kriskras erdoorheen liepen om niets te missen van de ervaring, dit alles zorgde voor een onwerkelijke situatie.

De volgende dag bleek dat het vuur had gezorgd dat de vliegtuigen in nog groter contrast stonden met het weiland, alsof ze letterlijk in helder licht overvlogen en zo voor duidelijke schaduwen zorgen.
s'Middags zou het beeld officieel geopend worden en er moest nog veel gebeuren, er werd een 14,5 meter hoge toren van bamboe en postelastieken gebouwd. De ontwerpen werden in het 'brugwachtershuisje' tentoongesteld, het veld werd opgeruimd, er werd afgewassen en de vliegtuigen werden bijgewerkt en ontdaan van niet verbrand hooi.
De opening om half drie zorgde voor een mooie afsluiting van een weekeind waarin hard was gewerkt maar vooral de kwaliteit van de ontwerpen en de bijzondere samenwerking nog lang zal doorklinken!

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 01:57 PM | Comments (0)

May 20, 2004

Projectweek | Een identiteit voor Zuidwijk

vestiaDSC03814.jpg

24 t/m 28 mei 2004

De komende jaren gaat er veel veranderen in de naoorlogse wijk Zuidwijk in Rotterdam. Het grootste deel van de woningen zal worden gesloopt en plaatstmaken voor nieuwbouw. Veel van de huidige bewoners zullen tijdelijk of definitief naar andere wijken verhuizen, zodat ook de sociale structuur van de wijk opnieuw zal moeten worden opgebouwd.

Vestia, de woningbouwcorporatie die de meeste woningen in het gebied beheert, vindt het van belang dat de communicatie met bestaande en toekomstige bewoners goed zal verlopen. Zij staan voor de lastige taak een campagne te ontwikkelen die de huidige bewoners informeert, die bijdraagt aan het zekerstellen en/of opnieuw opbouwen van de identiteit van de wijk.  Door de veranderde rol van de locale overheid is Vestia mede verantwoordelijk geworden voor de openbare ruimte en sociale voorzieningen in de wijk. Tegelijkertijd zijn ze als woningbouwcorporatie een bedrijf dat financieel gezond wil blijven. Ze moeten Zuidwijk als een 'sterk merk' positioneren zodat nieuwe bewoners naar het gebied zullen trekken, terwijl sinds de jaren vijftig verschillende groepen bewoners hun sporen hebben nagelaten.

De opdracht voor deze week is een concept te ontwikkelen en te visualiseren voor een identiteitscampagne voor Zuidwijk. Daarbij onderzoek je wat de positie is van de opdrachtgever en de 'doelgroep'. Vragen die we je tijdens de werkweek zullen stellen zijn bijvoorbeeld: 'Hoe komt de identiteit van een wijk tot stand?', 'Wie zijn de bewoners/gebruikers?', 'Wat zijn de vormen van communicatie tussen bewoners en beheerders'? 'Welke verhalen zijn er in de wijk te vinden en welke rol spelen deze?', 'Hoe ga je zorgvuldig om met de spanning tussen bestaande en gewenste identiteit?'

De projectweek vindt plaats op het kantoor van Vestia midden in Zuidwijk (Metro Slinge). De resultaten zullen aan het einde van de week worden gepresenteerd aan de verantwoordelijke bestuurders van Vestia.


Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 05:37 PM | Comments (0)

May 10, 2004

Opdracht ‘*#7’ | 'Identiteit'

Ontwikkel een nieuwe identiteit voor een van de volgende organisaties:
- Al-Jazeera, Japan
- The Palm, United Arab Emirates
- Uitgebreide Europese Unie

Elk organisatie heeft een huisstijl, waar komt deze vraag vandaan? Is het zo dat wanneer een organisatie (als verzameling verschillende mensen) groter groeit de drang naar een duidelijke identiteit groter wordt? Is een identiteit een middel tot binding? Maar identiteit is tweeledig, belangrijk is ook (of allereerst) het verhaal dat een identiteit verteld in de context waarin het operatief is. Van positiebepaling tot onderscheiding van de concurrentie!

Tegelijkertijd is er een tendens waarneembaar waarbij identititeiten steeds dichter bij elkaar komen te liggen en de onderscheiding begint bij het afbakenen van groepen. Wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden van een groep zijn de verschillen (identiteiten) steeds moeilijker waarneembaar. Terwijl wanneer niet wordt voldaan aan de voorwaaarden van de groep de ‘ander’ (identiteit) heel duidelijk gedefinieerd kan worden.

Onderzoek wat een identiteit betekent, inventariseer welke identiteiten/ huisstijlen wel en welke niet werken, én waarom!

De huisstijl moet in ieder geval bestaan uit:
- een beeldmerk
- twee grafische toepassingen (briefpapier, omslag jaarverslag, affiche etc)
- voorstel voor een ruimtelijke toepassing
- beeldschermvoorstel (kan zijn site of bv leader)

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 05:31 PM | Comments (0)

March 22, 2004

Opdracht ‘*#6’ | '...=beter'

Grafische ontwerpen zijn overal om ons heen, de diversiteit van deze ontwerpen lijkt te ontstaan in de wens een ‘eigen’ identiteit te willen nastreven. ‘Uniciteit’ en ‘signatuur’ lijken belangrijke definities in de ontwikkeling van een ontwerp, maar ook ‘referentie’ en ‘kopie’.
Wanneer je nadenkt over de opleiding die je doet en het veld waar je in terecht komt kom je al snel tot de conclusie dat een ontwerpopdracht niet alleen een economisch motief heeft maar ook een artistiek en een geëngageerd motief, een verantwoordelijkheid ten aanzien van de betekenis van de boodschap en de uitdrukkingsvorm. En tegelijkertijd is ieder ontwerp is een individuele uiting van een ontwerper, en die uiting op zijn beurt is onderdeel van de ontwikkeling van de ontwerper en zijn of haar ideeën.
Aan de andere kant van het ontwerp staat de opdrachtgever, die met zijn/haar vraag en briefing naar de ontwerper duidelijk maakt wat deze verwacht. Deze vraag kan verschillen van heel helder en afgesloten tot open en multi-interpretabel. In de dialoog met de opdrachtgever ontstaan nieuwe inzichten of verstarring, vaak is in het ontwerp zichtbaar of de dialoog met de opdrachtgever zorgde voor inzichten óf voor verstarde posities.

Kies een ontwerp wat je niet goed vindt (of niet vindt voldoen) en verbeter dit.
Omdat ieder ontwerp met een briefing begint begin je met het schrijven van een eigen briefing. Doe onderzoek naar zowel de opdrachtgever als de ontwerper(s). Analyseer het ontwerp en probeer er achter te komen of de wens van de opdrachtgever een letterlijke of een eigen vertaling heeft gekregen. En definieer daarna je briefing aan jezelf, waar dient de uiting voor, welke doelgroep, welke lokaties, welke betekenis, is er concurrentie, etc.?
Waaraan moet voor jouw een goed ontwerp aan voldoen?

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 05:25 PM | Comments (0)

February 24, 2004

Opdracht ‘*#5’ | 'Toerist in Rotterdam

Stel je voor: je komt voor de eerste keer in Rotterdam. Hoe vind ik mijn weg?
Én wat wil jij als ‘Rotterdammer’ (kan dus zijn: gemeentelijke dienst, vvv, bewoner, student grafisch ontwerpen WdKA, etc.) mij als toerist laten zien?
En hoe zorg je er dan voor dat ik dat ga zien? Hoe kom ik er, hoe zie ik dat ik er ben, wat voor informatie geef je me onderweg, kan ik halverwege in de route instappen etc?

Ontwikkel een (visueel) route/informatie-systeem van mijn binnenkomst in Rotterdam (vliegtuig, boot, trein, bus, metro, auto, fiets) tot de plek(ken) die jij me wil laten zien. Moet ik kiezen, wordt ik geleid, wordt ik misleid?

Vereisten:
Route/Informatie-systeem (routing van binnenkomst naar plek)
Beeldverhaal (verbeelding en visueel maken in buitenruimte)
Kaart(en) (overzicht route)
Gids (combinatie informatie en routing)
*(kaart en gids zouden gecombineerd kunnen worden)

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 11:06 AM | Comments (0)

February 13, 2004

Opdracht ‘*#4’ | ‘Virus’

Elke (informatie)structuur is gevoelig voor virussen. Bekend zijn de virussen die regelmatig via het internet verspreid worden. Maar ook stickers, graffiti, tagging zijn vormen van virussen. Middelen om bepaalde fenomenen/problematieken zichtbaar te maken. Zoals een virus bedoeld kan zijn om de hegemonie van Microsoft te doorbreken werkt graffiti als een verduidelijking van stedebouwkundige hiaten. Maar misschien is een virus ook wel een icoon of persoon die of dat zich vaak manifesteerd.

Ontwikkel een ‘virus’ die een zelf te kiezen fenomeen/problematiek aan de kaak stelt. Dit kan gaan van een bepaald fenomeen binnen de ontwerpwereld tot een maatschappelijk fenomeen, een belangrijke afweging hierbij is dat JIJ vindt dat het gekozen fenomeen verandert of verduidelijkt moet worden: aktie!

Er hoeft dus niets geprogrameerd te worden, echter wel op conceptueel en visueel niveau!

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 11:30 AM | Comments (0)

January 16, 2004

Red vs. Blue

A team of 9 students from the Willem de Kooning Academy / CMD plus 3 MA Media Design students from the Piet Zwart Institute will participate in the POWER : PLAY live events, part of the International Film Festival Rotterdam. Each of the two teams will be responsible for preparing info, documentation and commentary on the Red vs. Blue weblog and will contribute to the discussions in OffCorso and exchange ideas in informal meetings with speakers.
The project will take a closer look at critical gaming culture, face to face with artists and designers who are actively engaged in it. The discussions take place every afternoon between Friday 23rd and Friday 30th of January in the main hall of OffCorso.


Posted by Roger Teeuwen at 07:46 PM | Comments (0)

December 19, 2003

Opdracht ‘*#3’ | Volkskrant 18/11/03

Kies uit de Volkskrant van dinsdag 18 november 2003 een artikel en gebruik dit artikel als basis/uitgangspunt voor een verhaal dat vorm krijgt in een tijdschrift/publicatie van tenminste 32 pagina’s. Het artikel dat je kiest kan op zichzelf staan of juist het begin zijn van een reeks gebeurtenissen/artikelen of juist afsluiten. Ben je hiervan bewust bij de keuze.

Gebruik het artikel bijvoorbeeld als startpunt van een onderzoek, of als letterlijk onderwerp, zoek beelden of teksten bij het artikel. Zorg ervoor dat de je de lezer zowel laat begrijpen wat het artikel betekent als meeneemt in een verhaal dat kan gaan over bijvoorbeeld de media en hun gekleurdheid in het algemeen of specifiek over het gekozen verhaal/analyse.

Formaat A3, gevouwen naar A4
Kleurgebruik vrij

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 05:33 PM | Comments (0)

December 08, 2003

Filmavond

9 december
18.00 uur
Collegezaal
Piet Zwart Institute
Overblaak

Het programma bestaat uit twee of drie (Amerikaanse) films/documantaires, die de overeenkomst hebben dat ze allemaal een onderwerp hebben gerelateerd aan een anti-globalistische houding. ‘Bowling for Columbine’, Oscar voor de beste documentaire, is een analyse van de Verenigde Staten rond het ‘Second Amendment’; het recht op het bezit van een vuurwapen ter zelfverdediging. ‘Radical Teen Cheer’ (optioneel) is een film over een cheerleader-groep die hun eigen positie bepalen en een oplossing proberen te formuleren. ‘We interrupt this empire’ is een film gemaakt door het ‘San Francisco Bay Area Video Activist Network’ over de protestacties die op 20 maart 2003 San Fransisco platlegden. En probeert inzicht te geven in datgene wat door de media niet wordt verteld.

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 05:34 PM | Comments (0)

October 15, 2003

Opdracht '*#2' | Duo-tentoonstelling

Duo-tentoonstelling van een schrijver en een fotograaf in Museum Boijmans Van Beuningen
Ontwerp een typografisch affiche voor een fotograaf en een beeldend affiche voor een schrijver. Kies een schrijver en fotograaf vanuit fascinatie of omdat je bekend bent met het werk van beide. Kijk tegelijkertijd of er overeenkomsten of juist verschillen zijn in het werk, dit kan je helpen een idee te vormen t.a.v. de affiches.
Het typografische affiche voor de fotograaf zal alleen uit tekst gaan bestaan en het beeldende affiche voor de schrijver alleen uit beeld. Het is niet de bedoeling dat je het beeld van de fotograaf gebruikt voor het affiche voor de schrijver en teksten van de schrijver als basis voor het affiche voor de fotograaf! Kijk op welke manieren het werk van beiden vertaalbaar zijn in resp. tekst en beeld. Vergeet niet dat de affiches het verhaal van een duotentoonstelling moeten vertellen. Ga hierbij op onderzoek uit hoe zowel beeldende affiches als typografische affiches werken (ref. o.a. ‘Dutch Posters, a selection by Anthon Beeke’).

Om eenheid te brengen hebben alle affiches een vaste onderbalk:
Naam fotograaf/schrijver van 28 februari - 11 april in
Museum Boijmans Van Beuning

Formaat A2
Kleurgebruik vrij
Oppervlakte typografiebalk onderzijde (zwarte tekst in wit vlak):
b x h = 420 mm x 75 mm
Vaste tekst onderzijde: lettertype Base12Sans, corps 60 pt., interlinie 70 pt.,
3pt. aangespatieerd

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 08:16 PM | Comments (0)

October 10, 2003

Workshop Digitaal Werk

Ontwerpers zijn mobiel, flexibel en genetwerkt; op dezelfde laptop waar de 'senior interaction designer', 'communication manager', 'editorial designer' of 'project consultant' zojuist een opdracht heeft afgerond, handelt zij ook persoonlijke e-mails af en dat liefst nog draadloos. Misschien werkt ze voor een bureau dat is ingericht als een stijlvolle lounge en waar tussen de middag met de collega's als vrienden onder elkaar tafelvoetbal wordt gespeeld: het beeld van digitaal werk is opwindend, informeel en vooral niet saai.

Maar nu we de schrik van de dot.bomb een beetje te boven zijn, blijkt dat dit beeld ook andere kanten heeft. Is al die flexibiliteit een garantie voor een werkomgeving die je stimuleert? In hoeverre 'programmeert' de soft- en hardware die je gebruikt de manier waarop je werkt? Hoe zorg je er bijvoorbeeld voor dat je kunt leven van werk dat grotendeels onzichtbaar is? Wanneer stopt werk en hoe beslis je over je eigen tijd? En hoe ziet je ideale werkplek er uit?

Het weblog is het resultaat van een workshop waarin vier teams van grafisch ontwerpers en multimedia designers [digitaal werkers in opleiding] vier dagen lang intensief samenwerkten aan een onderzoek naar de condities van werk.

In de rol van 'management trainees' en razende reporters, gewapend met blocnote, camera en geluidsapparatuur onderzochten ze het beeld van werk. Een vrolijk programma van korte ontwerpoefeningen, films, presentaties en discussies ging in op verschillende aspecten van hun huidige en toekomstige werksituatie.
We maakten gebruik van een weblog systeem om de interviews, beelden, feiten en verhalen te verzamelen en redigeren. Omdat we met studenten en gastdocenten van buiten Nederland werkten, zijn sommige bijdragen Engelstalig.

Rotterdam, 10 oktober 2003

Jacco Bogaerds, Lot Broekhuizen, Ard Daniels, Frans van Gils, Miia Haapala, Alex Herwig, Annemieke van der Hoek, Iris Holtkamp, Susanne Keilhack, Nicolas Maleve, Nadia Palliser, Ramon Putzer, Laurence Rassel, Niels Reijnders, Femke Snelting, Harma Staal, Roger Teeuwen, Jeroen Verbaas


Posted by Roger Teeuwen at 08:00 PM | Comments (0)

September 23, 2003

Opdracht '*#1' | Identiteit van een plek

Opdracht ‘*#1’ (deel 1) Reportage
Maak een reportage van een vooraf bepaalde stedelijke situatie. Deze reportage geeft je de mogelijkheid zelf materiaal te zoeken en te ontwikkelen wat in de vervolgopdracht gebruikt zal gaan worden voor het visualiseren van de identiteit van die plek. Voor de reportage gebruik je bijvoorbeeld fotografie, interviews/tekst, verzamelen van aanwezig materiaal, notities/schetsen.

Lokaties:
- Tiendplein (West-Kruiskade)
- Mullerpier
- Zwartjanstraat

Opdracht ‘*#1’ (deel 2) Identiteit
Ontwikkel op basis van de reportage een publicatie welke ingaat op de identiteit van de onderzochte plek. Wat betekent deze plek vanuit de historie, wat voor rol heeft deze plek in de stad/wijk, wat voor bevolkingsgroepen bevolken deze plek, welke onderwerpen spelen op dit moment een actuele rol in de manier waarop met deze plek wordt omgegaan (vanuit overheid, buurtbewoners of voorbijgangers)?

ref. ‘Bergweg’, Minke Themans, 010 uitgevers
ref. Derk Reneman (eindexamenproject 2002), http://anti-anti.net/w2tj/

Publicatie:
Formaat A4
Zwartwit
Maximaal 16, minimaal 8 pagina’s

Zie onder andere het project 'Mullerpiergonebad' van Hanco Kamper

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 08:19 PM | Comments (0)

Opdracht '*#0' | Werkboek

Om zowel voor jezelf als voor je medestudenten en docenten de ontwikkeling per opdracht duidelijk en inzichtelijk te houden gaan we werkboeken bij iedere opdracht bijhouden met de titel(s) ‘*#1’ (t/m ‘*#...’). In dit werkboek zijn alle stappen zoals beschreven in ‘Ontwikkeling van een opdracht’. Deze werkboeken zijn integraal onderdeel van elke beoordeling, ontbreekt deze tijdens een beoordeling is er geen manier om het doorgelopen proces te beoordelen en zal de opdracht per definitie onvoldoende zijn.

Ontwerp ‘*#1 t/m #...’, ben je bewust dat dit uiteindelijk een serie wordt die het hele jaar omvat. Ontwikkel de structuur (hoe ga je om met tijd/onderdeel van het proces/etc.) én de covers. In ieder geval staat de titel vast, ‘*#0’. Deze opdracht zal worden beoordeelt op het ‘0-nummer’ (ref. bij de ontwikkeling van een nieuw tijdschrift wordt altijd een eerste ‘test’ exemplaar gemaakt met deze titel) en zal de ontwikkeling van zichzelf bevatten. Zoals deze in elk volgend geval de ontwikkeling van de opdracht zal beschrijven.

Formaat: A4

Continue reading

Posted by Roger Teeuwen at 08:17 PM | Comments (0)

September 01, 2003

Lesaanbod Grafisch Ontwerpen 2e jaar

De opdrachten en lessen/besprekingen zullen twee centrale thema's bevatten, ontwikkel je identiteit en bepaal je standpunt t.o.v. actualiteit (snelheid). Deze met als doel de ontwikkeling en positiebepaling als ontwerper/individu. Ontwikkeling van identiteit zal leiden tot een kritische houding die maatschappelijke betekenis krijgt door de positiebepaling t.o.v. een groter geheel, waarbij actualiteit een transportmiddel is.

Als student zou je vanuit een vraag-generende houding een ontwerppositie moeten ontwikkelen. Centraal in deze ontwerphouding staan onderzoek en onderzoekshouding. Hoe kun je je positie als ontwerper definiëren t.o.v. een probleemstelling? Een antwoord op deze vraag ligt in een redactionele ontwerphouding. Vanaf de vraagstelling is er geen vooraf ontwikkeld idee over de vorm of de verschijningsvorm van het desbetreffende project. Ieder project zou moeten beginnen met het ontwikkelen van de juiste vragen. Deze vragen zijn de basis van het onderzoek en de onderzoekspositie. Vanuit het onderzoek ontstaat er bredere kennis over het desbetreffende onderwerp.

(studiegids: In het vak grafisch ontwerpen staat het overdragen van informatie in tekst en beeld centraal. De student leert vanuit verschillende perspectieven te kijken naar de manier waarop een boodschap aan een bepaald publiek vorm wordt gegeven. Binnen de lessen wordt kennisgemaakt met de verschillende kanten van het grafisch ontwerpen; maatschappelijke, commerciële of culturele contexten zijn in wisselende samenstelling aanleiding voor de opdrachten. Vanuit een concrete opdrachtstelling wordt gewerkt aan een toegepast product waarbij de student leert omgaan met hiërarchie, ordening en structuur en informatie. Door onderzoek van en expiriment met verschillende (beeld)talen leert hij beelden lezen, analyseren en van betekenis voorzien.)

Lesaanbod Grafisch ontwerpen 1 2003/2004

Onze visie over het vak grafisch ontwerpen 1 aan de Willem de Kooning academie is om binnen een jaar een zo breed mogelijk perspectief te brengen over het vak grafisch ontwerpen. Dit doen wij zowel inhoudelijk als didactisch. Studenten krijgen binnen dit studie jaar 4 hoofdthema’s die ieder 8 weken duren. Binnen deze hoofdthema's worden op verschillende didactische manieren met de opdrachten omgegaan (b.v. opdrachten in groepsverband of solo, korte en langlopende opdrachten, werken binnen ‘strenge kaders’ en vrije opdrachten, klassikaal bespreken en individueel, en klassikaal presenteren.)

Vier Hoofdthema’s:
1 Reportage en redactie
2 Cultuur en maatschappij
3 omgang en inzetbaarheid van informatie
4 Identiteit en positie bepaling


SEMESTER 1

1 t/m 8 Reportage en redactie
Belangrijke thematiek zou moeten zijn, zeker in het kader van een redactionele ontwerphouding, het ontwikkelen van een vraag-genererende ontwerphouding. Als ontwerper krijg je de mogelijkheid onderzoek te doen naar de gestelde kaders/voorwaarden van een opdracht/project. Daardoor ontwikkel je zelf een deel van de inhoud van het project (redacteur/journalist) én is een kritische onderzoekshouding de grondslag voor een succesvol concept (en ontwerp). Deze vaardigheden zijn zowel belangrijk op het niveau van begripsvorming/ kennisvergaring als het bevragen van de verkregen opdracht en het verrijken/becommentarieëren ervan. Bij de te stellen opdrachten zijn onderzoek, reportage, analyse en kader de belangrijkste parameters.
Belangrijk is het besef dat je als ontwerper zowel vanuit een historische ontwerpcontext als een maatschappelijke context opereert. De historische ontwerpcontext is tweeledig over te dragen. Óf vanuit een vantevoren omschreven opdracht/project óf als referentie tijdens de begeleiding van alle opdrachten.

8 t/m 16 Cultuur en maatschappij
Vanuit de al eerder omschreven kritische onderzoekshouding is het belangrijk dat deze vertaald wordt naar de ontwerphouding. In welk specifieke of juist algemene context opereer je als ontwerper én op welke manier zet je deze kritische houding in? Onderzoek naar grotere maatschappelijke problematieken of discussies zijn de thematieken die aangesneden worden.


SEMESTER 2

16 t/m 24 Informatieontwerpen
Data en informatiestromen zijn (zeker in met de dagelijkse inzetbaarheid hiervan) onderdeel van onze dagelijkse realiteit geworden. Als ontwerper zijn overzicht (contextualiseren), analyse (herkennen) en inzetten van informatiestromen een belangrijke onderdeel van de toolset die je als ontwerper tot je beschikking hebt. Naast het formele aspect van informatieontwerpen, de organisatie van informatie (bewegwijzering, tentoonstellingsontwerp), zullen vooral de omgang en inzetbaarheid aan de orde komen.

24 t/m 32 Identiteit en positie bepaling
Het laatste onderdeel van het lesprogramma van het tweede jaar zal bestaan uit de toepassing van een aantal ontwikkelde vaardigheden in de drie voorafgaande ‘themathieken’. Centraal onderdeel zal het op het juiste moment inzetten van de verworven vaardigheden zijn. Dit kan resulteren in een huisstijlopgave maar ook bijvoorbeeld in een project waarbij een cultureel of maatschappelijk thema wordt doorgelicht.


Posted by Roger Teeuwen at 08:27 PM | Comments (0)